Je nieuwe camera, deel 2

Amy Schutte 590
Een nieuwe camera kan een flinke uitdaging zijn. Je moet alle functies leren kennen, en vooral ontdekken waar je ze kunt vinden.

In het vorige artikel gaven we je een aantal tips om een eerste shoot te doen met je nieuwe camera, om alvast je nieuwe camera te leren kennen. Daarbij moet je een aantal functies opzoeken. Dit zijn ze.

Veranderen van scherpstelpunt op je nieuwe camera

Je camera heeft verschillende punten waarmee je als het ware ‘richt’ op datgene waarop je scherpstelt. Afhankelijk van met welk type camera je fotografeert, heb je een bepaald aantal scherpstelpunten tot je beschikking. Deze kun je herkennen aan de kleine rechthoekjes of puntjes die in je viewfinder verschijnen. Meestal ligt het punt waarop je scherpstelt op in een bepaalde kleur, rood of groen. Die scherpstelpunten kun je verplaatsen, zodat je scherpstelt op het gebied van jouw keuze. Je kunt ook de ontspanknop half indrukken en je compositie bijstellen, maar het is handig om te leren waar je de scherpstelpunten snel kunt bijstellen.

Leer autofocus modi kennen

Je kunt verschillende autofocus modi kiezen. De single-focus kiest een specifieke afstand vanaf de camera tot het onderwerp wat scherp moet zijn en pint zich daar op vast. De continue autofocus berekent het focuspunt opnieuw naar gelang je onderwerp zich dichter of verder van de camera bevindt. Voor een stilstaand onderwerp kies je voor single of one shot focus, maar die moet je wel zien te vinden om het te controleren.

ISO

ISO bepaalt eigenlijk de lichtgevoeligheid van je camera; de ISO maakt het mogelijk om zowel in fel daglicht als in een donkere ruimte foto’s te maken. Je kunt de camera zelf de ISO laten kiezen, maar dan heb je minder controle over je uiteindelijke foto. Een hoge ISO kan ruis veroorzaken. Even zoeken waar de functie zit dus.

Witbalans

Ook witbalans kun je automatisch laten kiezen door de camera, en in de meeste gevallen werkt dat prima. Echter, bij omstandigheden met een bepaalde kleur licht (bijvoorbeeld een zonsondergang) of veel wit (sneeuw) of zwart (nacht), kan het nog wel eens misgaan. De automatische witbalans instelling ‘leest’ de scène namelijk met behulp van de lichtmeter. Hierbij gaat deze uit van het lichtste gedeelte van deze scène. Zorg dus dat je weet hoe je de witbalans handmatig in kan stellen, zodat je die mooie foto van de zonsondergang niet mist.

Diafragma

Het diafragma is belangrijk om te bepalen hoeveel licht er op de sensor valt. Hoe verder het diafragma open staat (klein f/getal), hoe meer licht. Het diafragma bepaalt de scherptediepte van je foto: hoeveel van je foto is er scherp. Een grote diafragmaopening geeft een kleine scherptediepte, wat betekent dat er maar een klein gedeelte van je foto scherp is. Een kleinere diafragma opening geeft meer scherptediepte: er is meer scherp. Belangrijk dus voor het eindresultaat van je foto.

Sluitertijd

De sluitertijd is vooral belangrijk in slechte lichtomstandigheden of bij bewegende onderwerpen. Het bepaalt hoe lang er licht op de sensor valt. De sluitertijd wordt daarom ook wel de belichtingstijd genoemd. Is je sluitertijd (te) lang, dan wordt het onderwerp onscherp. Ook als het niet bewegend is en je uit de hand fotografeert, want je hand maakt ook kleine bewegingen. Erg belangrijk dus voor een scherpe foto!

Nu heb je heel wat functies van je nieuwe camera leren kennen. Het is tijd om te oefenen! Door veel te fotograferen leer je steeds beter hoe je deze functies toe kunt passen. Aan de slag met je nieuwe camera dus.

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy