Winter is coming: bescherm je gear

Winter is coming: bescherm je gear

Redactie digifoto Starter 1073
Games of Thrones-fan? Dan weet je het waarschijnlijk al: de winter brengt bijzondere gevaren met zich mee. Oké, misschien tref je als fotograaf op pad in de kou geen wildings en dead walkers, maar er zijn zaken die voor je camera en apparatuur minstens zo gevaarlijk kunnen zijn. Daarnaast kunnen je foto's ook mislukken door winterse omstandigheden. Lees en huiver!

In de winter kun je prachtige foto’s maken. De zon staat vaak laag en dat zorgt voor mooie effecten. Ook sneeuw kan sfeervolle plaatjes opleveren, vooral als het op de boomtakken ligt. Maar, in de winter fotograferen kan risico's met zich mee brengen. Kijk je bijvoorbeeld eens in de gebruiksaanwijzing van je camera, dan zie je daar waarschijnlijk dat die alleen maar gegarandeerd wordt tot het vriespunt. Natuurlijk houdt je camera er niet ineens mee op wanneer het begin te vriezen, maar er verandert wel van alles, vandaar die relativering door de camerafabrikanten. Wanneer je echter op een paar dingen let, kun je heel goed foto’s maken in de winter. Hoe professioneler je camera, hoe beter hij tegen dit soort omstandigheden bestand is. Maar aan de andere kant is zo’n (semi-)professionele camera ook duurder, dus dat is weer een reden om weer extra voorzichtig te zijn.

In de winter heb je te maken met drie grote (en een paar kleine) problemen, waar je in de andere seizoenen minder vaak tegen aanloopt. De eerste is condens. Het tweede probleem bestaat ook uit vocht, maar dan in grotere hoeveelheden: regen of sneeuw. Het derde probleem is het effect van de kou op je batterijen. Laten we ze eens aflopen.

Condens

Wanner je een bril draagt en je komt in de winter een warme ruimte binnen, dan beslaan je brillenglazen. Je ziet dan eventjes heel slecht en zo vergaat het je camera ook. Het buitenste glaselement van je objectief beslaat en als je een foto zou maken, wat ik niet kan aanraden, krijg je een uiterst vaag beeld. Het kan een mooi effect opleveren, maar dat kun je ook bereiken door alleen een Uv-filter in de koelkast af te koelen of door er vaseline op te smeren, zoals David Hamilton ooit deed. Wanneer je te maken hebt met condensatie, helpt droogwrijven vaak niet. Je objectief blijft koud en beslaat opnieuw. Dat is meteen ook een teken dat je camera en je lens gevaar lopen.

Op deze foto’s zie je twee keer condens: een keer op het objectief waarmee de foto gemaakt is, en een keer op het objectief dat gefotografeerd is. Leuk detail: de foto is eigenlijk gemaakt in de tropen. Daar heb je geen strenge winters natuurlijk, maar ik stapte uit een bus met airconditioning en tot mijn verbazing zag het zoekerbeeld er vaag uit. Het duurde even voordat ik begreep dat het hier om condens ging. Ook typisch voor condens is dat het in allerlei vergelijkbare situaties tijdens de reis niet gebeurde, condens komt en gaat wanneer het zelf wilt. Terug naar de winter. Wanneer je in de tropen naar buiten gaat, is dat in feite dezelfde situatie als wanneer je in de winter naar binnen gaat. Het gaat namelijk om het temperatuur- en luchtvochtigheidsverschil, niet om de temperatuur op zich.

Condens is een gevolg van het feit dat warme lucht veel meer waterdamp kan bevatten dan koude lucht. Koelt de lucht op het objectief of in de camera af, dan is er dus ineens meer waterdamp dan de nu koude licht kan bevatten. De waterdamp verandert meteen in water(druppels), dus condens. Daarbij gaat het niet om de temperatuur, maar om het verschil ertussen.

Niet ademen!

Ben je naar buiten gegaan in de vrieskou en valt er sneeuw op je objectief? Blaas het niet weg met je adem. Je blaast dan vochtige lucht in het objectief of mogelijk zelfs in je camera. Je kunt veel beter een blaasbalgje of spuitbus met lucht gebruiken (verkrijgbaar bij de fotohandel). Ook dan is het echter oppassen, want je kunt de sneeuw ook de camera of het objectief in blazen. Kijk ook uit met uitademen, vooral als je je inspant terwijl je de camera voor je gezicht houdt. Stop de camera ook niet onder je jas, want daar is het ook een stuk vochtiger dan in de vrieslucht.

Het gevaar van condens

Condens is vaak gevaarlijker dan regenwater, omdat het graag op plaatsen gaat zitten waar je het niet ziet, laat staan kan verwijderen. Zowel in je camera als in je (autofocus-)objectief zit elektronica en elektronica en water vormen een slechte combinatie. Water geleidt immers stroom en veroorzaakt dus kortsluiting wanneer het over onbeschermde contacten heen loopt. Ook al is het maar een heel kleine kortsluiting, het heeft meteen grote gevolgen, zeker wanneer de hoofdprintplaat van de camera vervangen moet worden.

Condens en schimmel

Bij condensvorming in je objectief heb je nog een extra risico. Wanneer je geen condens meer op het glas ziet, kan er nog steeds vocht binnen in de lens zitten, bijvoorbeeld op metaaldelen. De vochtige atmosfeer veroorzaakt dan schimmel en die is dol op de lijm waarmee de lenselementen aan elkaar geplakt zijn en op de coatings en gaat lekker groeien.

Het voorkomen van schade door condens

Wil je het heel goed doen, stop dan na het fotograferen nog buiten je camera‘s en objectieven in een afsluitbare plastic zak en laat ze een paar uur rustig opwarmen. Je kunt de batterij en de geheugenkaart er al buiten uithalen, maar pas op dat er geen water of sneeuw in de camera komt, want zo gauw je de klepjes opendoet, is de camera een stuk minder goed beschermd.

Een hele simpel maar effectieve methode, is het gebruik van een cameratas die spatwaterdicht is. Laat je die dicht, dan geef je je apparatuur de kans om langzaam op te warmen. Stop er dan wat zakjes met water absorberende kristallen bij.

Ten slotte is het belangrijk om de camera niet in te schakelen en liefst zonder batterij naar binnen te brengen. Op die manier voorkom je het gevaarlijkste gevolg van condens: kortsluiting.

Water en Sneeuw

Gevaar twee: Sneeuw is bevroren water. Is je camera warm genoeg en ligt er sneeuw op, dan smelt de sneeuw en wordt hij dus nat. Sneeuwvlokjes bevatten weinig water, dus een enkel vlokje op je camera kan weinig kwaad, maar leg je je camera in de sneeuw, dan speel je zogezegd met vuur! Er kan ook sneeuw van een dak of tak glijden en je camera helemaal bedekken. Ga je lopen of skiën met je camera om je nek, dan zijn de gevaren ook niet denkbeeldig.

Alleen onderwatercamera’s zijn echt waterdicht. Al is dat ook een betrekkelijk begrip, want naarmate je dieper duikt, komt het moment dichterbij dat de behuizing water gaat doorlaten. Alle andere camera's zijn als je geluk hebt echt spatwaterdicht. Als je pech hebt, is dat alleen in de folder zo.

Er zijn heel wat camera’s die tot op zekere hoogte bestendig zijn tegen spatwater. Datzelfde geldt voor objectieven. De ene fabrikant noemt zijn producten waterbestendig, de andere spreekt over spatwaterbestendigheid en de derde heeft het zelfs over water- en stofbestendigheid. Binnen de specificaties zie je dus flinke verschillen tussen de verschillende merken. Staar je daar echter niet op blind. Zo is de fabrikant die er het meeste werk van gemaakt heeft, er ook het meest bescheiden over.

Wanneer je je gezonde verstand gebruikt, kom je al een heel eind. Professionele fotografen moeten vaak onder barre omstandigheden hun werk doen, dus professionele camera’s kunnen wel wat hebben. Ik heb relatief vaak in de regen gefotografeerd en nog nooit een probleem ondervonden. Zie echter ook hierna onder het kopje ‘gezond verstand’. Amateurcamera’s kunnen minder hebben en hoe dan ook is het ook een kwestie van geluk hebben.

Garantie tot de buitendeur

In één opzicht lijken alle camerafabrikanten op elkaar: bij aantoonbare waterschade heb je geen garantie. Je moet je de reparatie zelf betalen. Soms heb je echter geluk bij een ongeluk en vergoedt de verzekering de schade. Ook in dat geval moet je echter wel aantoonbaar je best hebben gedaan om je camera te beschermen. Kijk voordat je op avontuur gaat even je polis erop na.

Professionele en minder professionele objectieven

De professionele objectieven van alle merken zijn min of meer spatwaterbestendig en sommige merken noemen ze ook stofbestendig. Dat laatst is een beetje onzin: geen enkel objectief is van binnen vacuüm dus er dringt altijd lucht en dus stof het objectief binnen. Maar het een objectief kan een stuk beter tegen condens en water dan het andere. Sommige objectieven zijn ook alleen maar goed beschermd wanneer er een filter op zit. De reden daarvan is dat de voorste glaselementen heen en weer bewegen bij het scherpstellen en/of zoomen. Een filter voorkomt dan dat via de kier tussen de vatting en het lenselement water naar binnen sijpelt. Een filter biedt bescherming, maar kan ook extra veel water of sneeuw opvangen. Filters met een waterafstotende fluoride-coating verdienen dus aanbeveling. Veel belangrijker is echter de zonnekap én de lensdop. Laat deze laatste zo lang mogelijk op het objectief zitten en plaats hem zo snel mogelijk terug.

Het zwakste punt is de vatting. De reden daarvoor is dat op de objectiefcontacten spanning staat en dat deze helemaal aan de buitenkant zitten. Vaak zit er echter bij het objectief een rubberen ring omheen, tenminste bij de professionele objectieven. Niet-professionele objectieven zijn minder goed beschermd. Je kunt dat deels ondervangen door de vatting vast te tapen, maar dat maakt het wisselen van objectieven moeilijker. Voor sommige cameratassen zoals die van MindShift bestaan aparte zakken die je om de rugzak heen kunt doen om hem extra waterdicht et maken. Bij lange wandelingen is dat aan te bevelen. Maar zo’n zak kun je ook gebruiken om je objectieven te verwisselen terwijl ze beschermd zijn tegen de regen en sneeuw. Overigens kun je onder andere die MindShift-rugzakken die aan de andere kant opengaan ook naar voren kunt schuiven, zodat je met je lichaam de tas tegen de regen beschermt bij het wisselen van objectieven.

Help, mijn camera valt in de sneeuw

Hier is snelheid van handelen het allerbelangrijkste. Wanneer je een riem aan je camera bevestigd hebt, trek de camera daarmee dan meteen uit de sneeuw. Let er echter op dat je hem niet door de sneeuw trekt. Gebruik anders een handschoen of pak de camera vast op een plaats waar het weinig kwaad kan (de warmte van je hand doet de sneeuw smelten). Gebruik diezelfde handschoen om alle sneeuw weg te vegen of blaas hem – liefst met een spuitbus -  weg. Zorg er voor dat alle sneeuw uit de buurt van batterij- en geheugenkaartdeuren, en afdekkingen voor de contacten en vooral uit de buurt van de lensvatting verdwenen is. Blijf in de kou totdat de camera sneeuwvrij is en wees extra voorzichtig met het opwarmen van de camera.

Gebruik je verstand

Zoals altijd is het belangrijk om je gezonde verstand te gebruiken. Ik heb vrij vaak in de regen gefotografeerd zonder dat dat gevolgen had. Voor het boek  ‘Fotograferen in Parijs’ moest ik een speciaal hoofdstuk over fotograferen in de regen maken, dus toen heb ik twee dagen in de stromende regen gefotografeerd. Dat was schadelijker voor mij dan voor mijn uitrusting.

Een paar druppeltjes regen kan vrijwel iedere camera en of lens wel hebben. Regent het flink, dan is het verstandig om je camera en objectieven te beschermen. Er is een behoorlijke kans dat er niets gebeurt maar ik zou het risico niet nemen. Een objectief dat waterbestendig is, zou na een uur of twee wel eens veel minder waterbestendig kunnen zijn dan eerst het geval leek. Bovendien mag ook het effect van condens niet uitgesloten worden.

Het voorkomen van schade door regen en sneeuw

Een goedkope en simpele oplossing vormt een plastic zak die je om je camera heen doet en met tape vastzet. Nog beter zijn speciale plastic beschermhoezen voor camera’s en/of objectieven, zoals die van Think Tank. Nog een simpele oplossing: een paraplu. Die kun je goed tussen je linkerarm en je zij inklemmen. Uiteraard is een assistent(e) die een paraplu over jou en de camera houdt ook een goede oplossing. Let op: zo gauw je de klepjes van de geheugenkaart, batterij en de aansluitingen opendoet, is de camera een stuk minder goed beschermd. Dat geldt uiteraard ook als je buiten in de regen filmt en een HDMI-aansluiting gebruikt. Na het fotograferen is het beter om de camera langzaam te laten opwarmen. Idealiter zorg je ervoor dat hij behoorlijk lang op kamertemperatuur is, voordat je weer de regen en kou gaat trotseren.

Wanneer de camera nat geworden is, moet je zo snel mogelijk het water van de camera verwijderen Er bestaan zelfs speciale doekjes die heel veel water kunnen absorberen. Ook is het in zo’n geval uiterst belangrijk om de camera niet in te schakelen en de batterij eruit te halen voor je hem naar binnen brengt. (Er blijft spanning op veel onderdelen staan wanneer de camera uitgeschakeld is). Op die manier voorkom je kortsluiting. Bij het bewaren en opwarmen is het weer verstandig om er een zakje water absorberende kristallen bij te doen.

Batterijen

In de kou daalt de spanning die een batterij kan leveren. Dat kan zover gaan, dat je camera niet eens in te schakelen is. Die lijkt dan kapot, maar doet het gewoon weer wanneer je hem na een paar uur op kamertemperatuur aanzet. Bij het vriespunt is de capaciteit al duidelijk gedaald, bij min twintig nader je het punt waarop de camera niet meer inschakelt. Gelukkig wordt een batterij bijna nooit net zo koud als de omgeving. Batterijen moet je dus beschermen tegen de kou, terwijl je de camera en je objectief juist na het fotograferen tegen de (plotselinge) warmte moet beschermen. Hoe ouder de batterij, hoe groter de kans dat hij het in de kou niet doet. No name-batterijen kunnen het minder goed doen in de kou. Zorg er in ieder geval voor dat je camera zo weinig mogelijk energie verbruikt in de kou. Schakel dus je monitor op de spaarstand, en schakel wifi en ander stroomverbruikers uit. Maar zorg er vooral voor dat je extra batterijen hebt: je verbruikt meer batterijen in de kou en je kunt de extra batterijen warm houden. Pas ook op met opladen: ga pas laden wanner de batterij weer redelijk op temperatuur is (je kunt hem wel in je hand opwarmen). Batterijen die heel erg koud geworden zijn, zo koud dat de camera uitschakelt, kunnen diepontladen zijn. In dat geval zijn ze niet meer veilig, maar ze zijn dan meestal ook niet meer op te laden. Probeer in geen geval zo’n batterij met een andere lader op te laden en doe hem bij het chemisch afval.

Zo voorkom je problemen met batterijen

Wanneer je van de warmte de kou in gaat, is de batterij nog warm. Dat geeft je een tijd waarin je vrij normaal kunt fotograferen. Ben je echter lang buiten, dan wordt de batterij ook koud. Houd in ieder geval je camera zo lang mogelijk in je cameratas. Met een extra batterijhouder (batterypack) kun je vrij eenvoudig de batterijen verwisselen zonder dat de camera gevaar loopt. Zorg voor extra batterijen. Bewaar de batterijen in je jaszak, maar niet direct op je lichaam om condens te voorkomen. Een aparte geïsoleerde tas voor je batterijen en geheugenkaarten kan ook handig zijn.

Overige problemen

Je denkt er misschien niet bij na, maar bij het fotograferen is het ook goed wanneer je zelf warm blijft. Ben je eenmaal afgekoeld, dan reageer je trager en glijd je bijvoorbeeld eerder uit. Ook zal je eerder bewegingsonscherpte veroorzaken. Een statief is in de winter zeer aan te bevelen, ook omdat er veel minder licht is en het heel snel donker wordt. Ben je in gebieden waar het extreem maar dan ook echt extreem koud kan worden, vergeet dan ook niet een extra sleutel voor je auto mee te nemen en zorg ervoor dat de batterij ervan niet te koud wordt. Zonder auto overleef je namelijk niet lang als je ver van de bewoonde wereld bent. Ook een deken en wat kaarsjes in je auto kunnen handig zijn, en uiteraard moet je ervoor zorgen dat de tank vol is. Let er als laatste ook op dat het plastic door de kou hard wordt en eerder breekt. Dat geldt niet alleen voor camera’s, objectieven en statieven, maar ook voor geheugenkaarten. En lik niet voor de grap aan een bevroren statief. Wanneer dat eenmaal aan je tong vastgevroren zit, ziet dat er nogal slordig uit.

 

 

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie