Zelf je camera ombouwen voor infraroodfotografie
Infraroodfotografie opent een wereld die je met het blote oog niet kunt zien. Bladeren worden spierwit of kleurrijk, luchten krijgen een dramatische tint en gewone landschappen veranderen in dromerige, bijna magische scènes. Het is een techniek die zowel verwondering als creativiteit oproept – maar je hebt er wel speciale hulpmiddelen voor nodig.
Een belangrijke vraag is dan ook: hoe begin je? Je hebt grofweg twee keuzes: werken met een extern filter dat je voor je lens schroeft of je camera laten ombouwen zodat hij permanent infraroodgevoelig is. Beide hebben hun eigen voordelen, nadelen en praktische uitdagingen.
Methode 1: beginnen met een infraroodfilter
De meest toegankelijke manier om kennis te maken is een extern filter, bijvoorbeeld de Hoya R72. Dit filter blokkeert al het zichtbare licht tot zo’n 720 nanometer en laat alleen infrarood door. Zodra je het filter op je lens draait, ziet je camera een compleet ander spectrum.
Het grote voordeel is dat je je camera gewoon kunt blijven gebruiken voor normale fotografie: filter eraf en je schiet weer in kleur. Voor veel beginners is dit een fijne eerste stap. Maar je merkt ook snel dat je anders moet werken: sluitertijden lopen op tot meerdere seconden, zelfs midden op de dag. Daardoor heb je vrijwel altijd een statief nodig. Ook autofocus en je optische zoeker werken slecht of helemaal niet, omdat er zo weinig licht door het filter komt.
Voordelen:
- Betaalbaar (filters vanaf ± €40)
- Camera blijft bruikbaar voor gewone foto’s
Nadelen:
- Lange sluitertijden, zelfs in de volle zon
- Autofocus en zoeker werken niet goed
- Statief vaak noodzakelijk
Praktische startertips
- Gebruik Live View om te kaderen, omdat je door de zoeker bijna niets meer ziet.
- Stel handmatig scherp. Autofocus vindt vaak geen goed contrast met een IR-filter.
- Hou rekening met bewegend gras of bladeren: bij lange sluitertijden worden ze snel onscherp.
- Sluitertijd is afhankelijk van ISO, lichtomstandigheden en filtersterkte. Soms kom je weg met 1 seconde, maar bij minder licht kan het 30 seconden of langer worden.
Als je wilt starten met infraroodfotografie betekent dit: oefenen, geduld hebben en leren omgaan met lange belichtingen.
Methode 2: Camera laten ombouwen
Wil je meer dan experimenteren, dan is een interne ombouw de logische stap. Daarbij wordt de standaard hot mirror (een filter dat infrarood blokkeert) vervangen door een filter dat juist infrarood doorlaat. Daarmee wordt je camera permanent een infraroodcamera.
Het voordeel is duidelijk: je kunt weer met normale sluitertijden fotograferen, ook uit de hand. Autofocus blijft werken, beelden zijn scherper en je hoeft geen donker filter voor je lens te schroeven. Maar: de ingreep is permanent en kost vanaf zo’n €275. Veel fotografen kiezen daarom een tweedehands body om te laten ombouwen, zodat hun hoofdcamera bruikbaar blijft voor regulier werk.
Voordelen:
- Normale sluitertijden – ook handheld fotograferen
- Betere scherpte en belichting
- Autofocus blijft werken
Nadelen:
- Permanent – camera is niet meer terug te zetten
- Kosten vanaf ± €275
- Niet elk model is geschikt
Startertip: laat een oudere DSLR of systeemcamera ombouwen. Zo houd je je huidige toestel voor gewone fotografie.
Welke filtergolflengte kies je?
Bij interne ombouw kun je kiezen welk type filter wordt ingebouwd. De golflengte bepaalt de stijl van je foto’s:
- 590nm (Super Color): kleurrijk en speels. Je ziet blauwe luchten en witte bladeren, soms ook warme geel/rode tinten. Perfect als je creatieve, surrealistische kleuren wilt.
- 665nm: iets subtieler dan 590nm. Nog steeds kleur, maar warmer en met meer balans richting zwart-wit.
- 720nm (Standard IR): de klassieker. Witte bomen, donkere luchten en een mystieke sfeer. Populair voor zwart-wit én creatieve kleurwisselingen.
- 830–850nm: bijna volledig zwart-wit. Hoge contrasten, grafisch en krachtig, geen kleurinformatie meer.
- 950nm: extreem infrarood. Puur zwart-wit, harde contrasten en heel lange sluitertijden. Alleen interessant om te experimenteren.
Tip: kies 720nm als je twijfelt. Dit is de populairste en meest veelzijdige keuze voor beginners.
Let op je lens
Niet elke lens werkt goed met infrarood. Sommige veroorzaken hotspots: lichtere vlekken in het midden van je foto. Dat kan een mooi beeld volledig verpesten. Gelukkig zijn er lenzen bekend die goed werken, en modellen die je beter kunt vermijden:
- Vaak goed voor infraroodfotografie: Nikon 50mm f/1.8D, oudere Canon-primes
- Risico op hotspots: Canon EF 24-70mm f/2.8L, veel kitlenzen
Controleer altijd vooraf lijsten van bijvoorbeeld Kolari Vision of LifePixel om te zien of jouw lens geschikt is.
Nabewerking is essentieel bij infraroodfotografie
Een foto rechtstreeks uit de camera ziet er meestal vlak en vreemd uit. De magie van infrarood ontstaat pas in de nabewerking.
Wat je vaak doet:
- Witbalans aanpassen (bijvoorbeeld op gras instellen)
- Kleurkanalen wisselen (rood ↔ blauw) om verrassende effecten te krijgen
- Contrast verhogen voor extra dramatiek
- Verzadiging bijstellen, afhankelijk van je filter (bij 590nm nog kleurrijk, bij 850nm vooral zwart-wit)
Softwaretips: Adobe Lightroom en Photoshop zijn populair, maar gratis alternatieven als Darktable en RawTherapee werken ook prima. Er bestaan bovendien presets en plugins speciaal voor infrarood.
Conclusie: durf te experimenteren bij infraroodfotografie
Infraroodfotografie vraagt wat extra moeite, maar levert beelden op die je met geen enkele andere techniek krijgt. Het is een manier om landschappen opnieuw te ontdekken en je creativiteit te prikkelen.
Wil je eerst proeven? Begin met een filter en een statief. Wil je echt de diepte in? Laat een tweedehands body ombouwen en ontdek hoe het is om in het onzichtbare te fotograferen.
Beginnerstip: huur een infraroodcamera of filter voor een weekend. Zo kun je zonder grote investering ervaren of deze magische wereld bij jou past.
