ICM voor beginners: wat is ICM en hoe begin je?
Deel 1 van een driedelige serie over ICM
We leven in een tijd waarin foto’s vaak worden beoordeeld op haarscherpte en technische perfectie. Pixels worden geteld, hoek-voor-hoek scherpte gecheckt en ruis argwanend bekeken. Maar wat gebeurt er als je die drang naar controle bewust loslaat? Als je je camera gebruikt zoals een schilder zijn kwast hanteert?
Daar draait Intentional Camera Movement (ICM) om: beweging niet vermijden, maar juist omarmen. Je creëert abstracte beelden vol kleur, ritme en emotie – foto’s die meer voelen als kunstwerken dan als registraties van de werkelijkheid. En het mooie: je hebt geen dure studio nodig om te beginnen. Met je huidige camera, wat basiskennis en nieuwsgierigheid kom je al ver. Je zet een stap terug, ademt uit en laat de beweging het verhaal vertellen.
Waarom Intentional Camera Movement (ICM) juist nu zoveel makers trekt
ICM bestaat al langer, maar krijgt de laatste jaren veel aandacht. Sociale media en workshops laten zien hoe bevrijdend het voelt om scherpte even níét centraal te zetten. De techniek spreekt fotografen aan die willen experimenteren met emotie en abstractie. Je ziet ICM terug in fine-art series, online galleries en community’s waar makers hun stappen, presets en ervaringen delen. Het snelle terugkijken op digitale camera’s versnelt je leercurve: je ziet direct wat een beweging met je beeld doet en je durft sneller door te spelen. Je scrolt door je feed, tussen perfecte ansichtkaarten duikt één beeld op dat niet uitlegt maar raakt – precies daar haakt ICM je aan.
Wat is ICM precies?
Bij ICM beweeg je je camera bewust tijdens een langere sluitertijd, waardoor vormen oplossen in strepen, vegen en patronen. Een bos wordt een zee van verticale penseelstreken, de kustlijn verandert in zachte horizontale banen en een bloemenveld in een impressionistisch kleurenspel.
Het doel is niet maximale scherpte, maar sfeer: niet wat er staat, maar wat jij voelde toen je de ontspanknop indrukte. Je werkt met gecontroleerde chaos: jij bepaalt richting, tempo en intensiteit, de camera vertaalt dat naar beeld.
De ‘grote drie’ in simpele taal
- De sluitertijd is je belangrijkste knop. Hoe langer het moment dat de sensor licht opvangt, hoe meer beweging zichtbaar wordt. Bij ongeveer 1/8 seconde zie je subtiele strepen, rond 1 seconde wordt het beeld duidelijk abstract. Ga je naar 2 seconden, dan verdwijnt detail en blijft vooral ritme over.
- Overdag is het licht vaak te fel of te licht om zo lang te belichten. Een ND-filter – wat je kunt zien als een zonnebril voor je lens – dempt het licht, zodat je tóch met die langere tijden kunt werken zonder overbelichting.
- Daarnaast sturen ISO en diafragma hoeveel licht er binnenkomt. Een lage ISO (bijvoorbeeld ISO 100) geeft minder ruis en maakt langere sluitertijden makkelijker. Een klein diafragma (bijvoorbeeld f/11-f/16) laat minder licht door, waardoor je weer iets langer kunt belichten. Zo creëer je speelruimte: je houdt het beeld gecontroleerd qua helderheid, terwijl je de beweging vormgeeft.
Richtlijn: werk tussen 1/15 s tot 2 s (korter = subtieler, langer = abstracter); stuur van daaruit met ISO en diafragma.
Zie het als schilderen met licht. Jij zet de streek met je beweging, de sluiter maakt de veeg, en ISO en diafragma bepalen hoeveel verf er op het doek komt. Wanneer die drie in balans zijn, ontstaat precies de sfeer die je voor ogen had.
ICM past in een bredere beweging binnen de fotografie waarin makers bewust kiezen voor gevoel boven techniek. Denk aan intuïtief fotograferen, waar het loslaten van technische perfectie centraal staat.
Eerste stappen – beginnen zonder stress
Stel je voor: je staat in een herfstbos. Je kiest één seconde sluitertijd, ademt uit en beweegt de camera rustig van beneden naar boven. Op je scherm verschijnt geen “klassiek” bos, maar een schilderij van gouden strepen. Dat moment – de eerste keer dat de werkelijkheid oplost in kleur en ritme – is verslavend. Herhaal die ademhaling bij elke opname; ritme in je lijf wordt ritme in je beeld.
Zodra je dat gevoel herkent – die balans tussen rust en beweging – kun je het vertalen naar instellingen. Want ook techniek hoort bij ICM, alleen nu in dienst van gevoel, niet andersom. Zo krijg je houvast, zonder het spontane te verliezen.
Praktisch begin je in M of S/Tv met 1/4 tot 1 seconde, ISO 100 en f/8-f/16. Is het te licht, gebruik dan een ND8-ND64; zonder filter helpt schaduw of schemer. Kies een simpel onderwerp (rij bomen, horizon), kader rustig en start je beweging op het moment van afdrukken. Kijk terug en stuur: is alles te papperig, verkort de tijd of vertraag je beweging; te weinig effect, verleng de tijd of beweeg bewuster. Herhaal hetzelfde motief met verschillende snelheden en richtingen; zo voel je wat werkt.
Zet dat moment meteen om in actie: met het mini-stappenplan hieronder vertaal je adem en ritme naar instellingen en beweging, rustig, voorspelbaar en zonder stress:
Mini-stappenplan
-
Stand & basis
Zet je camera op M of S/Tv. Start rond 1/4 s tot 1 s, ISO 100 (of laagste), f/8-f/16. -
Licht beheersen
Te licht? Plaats een ND-filter (ND8-ND64). Geen filter bij je? Schaduw opzoeken of schemer pakken. -
Kader & adem
Kies een simpel onderwerp (rij bomen, horizon). Kader rustig. Begin je beweging op het moment van afdrukken. -
Beoordelen & bijsturen
Alles “te papperig”? Korter belichten of langzamer bewegen.
Te weinig effect? Langer belichten of bewuster bewegen. -
Variëren
Herhaal hetzelfde motief met verschillende snelheden en richtingen. Zo voel je wat werkt.
Veilig en slim
Let op: gebruik een goed ND-filter. Een geïmproviseerd filter (zoals lasglas) kan kleurzweem en kwaliteitsverlies geven. Gebruik dit alleen experimenteel en niet richting felle zon. Hieronder zie je een ND-filter op een camera afgebeeld:
Kleine tip: zet een timer op 10 minuten en speel – geen druk, alleen ontdekken.
Direct aan de slag — oefenen zonder drempel
Geen zin om meteen met filters en menu’s te puzzelen? Begin dan met het gevoel achter ICM. Onderstaande oefeningen helpen je ritme en richting te vinden, met of zonder camera-instellingen.
Smartphone-oefening (optioneel)
Veel smartphones bieden Live/Long Exposure of apps die motion blur simuleren: op iPhone kun je bij een Live Photo de weergave Long Exposure kiezen; op Android zijn er juist apps die motion blur simuleren. Kies een simpel motief (bijv. een rij bomen), beweeg rustig horizontaal of verticaal, maak 5 opnames en kijk welke het meest “muzikaal” oogt. Zo train je je ritme zonder eerst met camera-instellingen te stoeien.
Adem-ritme
Tel zacht “één-en-twee” tijdens je beweging voor een vloeiend tempo. Een constante telling geeft een constanter tempo – en dus stabielere strepen.
Mini-oefening (5 minuten)
Kies 1 motief (zoals een boomrij of lantaarnlijn):
- Kies één richting (bijv. verticaal) en maak 3 foto’s met 1/4 s, 1/2 s en 1 s.
- Kies daarna een tweede richting (bijv. horizontaal of rotatie) en maak nog 3 foto’s met 1/4 s, 1/2 s en 1 s.
- Noteer in één zin per beeld wat werkte (“langzamer pannen gaf mooie banen”) en wat je mooi vindt aan elk beeld.
- Herhaal kort met de beste variant.
Stay tuned voor het volgende deel van deze miniserie over ICM
Deel 2 – bewegingen, onderwerpen en licht: zo maak je ICM in het veld. We duiken in bewegingstypen (horizontaal, verticaal, rotatie en zwieper), onderwerpen (zee, bos, kermis en stad) en licht (o.a. het gouden uur en het blauwe uur), inclusief een 10-minutenopdracht en snelle compositie- en veldtips.
