Interview met Patrick Nijhuis

Urbex-fotografie: verlaten schoonheden

Redactie digifoto Starter 2791
Een leegstaande loods, een klooster in staat van ruïne, een vervallen fabriekspand, een afgedane kazerne… Verlaten bouwwerken die op de nominatie staan om in de vergetelheid te raken. Niet voor de urban exploration photographer, hij koestert ze.

Oorsprong van urbex

Urban exploration photography is een variant op urban exploring, een Engelse term die zoveel betekent als ‘het onderzoeken van het urbane’. De even wonderlijke als begrijpelijke activiteit stamt (vermoedelijk) uit het Parijs van rond 1800, uit een tijd dat spanningzoekers heimelijk doordrongen tot de macabere catacomben van de Franse hoofdstad. Deze necropolis met naar verluidt de resten van zes miljoen Parijzenaars bestond uit een reusachtig, ondergronds netwerk van kamers, galerijen en tunnels met een lengte van meer dan driehonderd kilometer. Toen, uiteraard vele jaren later, de eerste urban explorers camera’s mee naar uiteenlopende locaties namen om hun vondsten vast te leggen, kon ook de urban exploration photography tot ontwikkeling komen. Inmiddels heeft deze fotografietak zich wereldwijd verspreid.  

Urban Exploring

Geen fotografiestroming zo geheimzinnig als urban exploration photography, ook urbex-fotografie genoemd. Het doet denken aan de film The Fight Club, waarin een groep mannen lid is van een soort schimmige vechtgenootschap en op gezette avonden samenkomt in een ondergrondse garage om elkaar even helemaal lekker lens te slaan. ‘The first rule of Fight Club is: you do not talk about Fight Club. The second rule of Fight Club is: you dó nót talk about Fight Club!’ In het clandestiene karakter zit ook de aantrekkelijkheid. Ook urbex-fotografen doen een beetje heimelijk over hun hobby. Met recht. Het bestaat bij de gratie van onopvallendheid. Waar drukte en populariteit komen, daar moet deze discipline wijken. Bovendien is urbex-fotografie niet zelden een illegale activiteit, een stiekeme bezigheid die plaatsvindt op terreinen die niet toegankelijk zijn, tot verboden gebied zijn verklaard en zelfs hachelijk, om niet te zeggen gevaarlijk kunnen zijn.

Ook urbex-fotograaf Patrick Nijhuis(50) bezigt termen als obscuur en spannend, en laat doorschemeren dat het er allemaal low-profile aan toegaat, en dan vooral als de beste locaties ter sprake komen ('Een soort van erecode'). Want nee, liever geen stormloop op je favoriete locatie door collega’s, of ernstiger, door vandalen en dieven. Meer, op urbex-fora op internet vindt een omzichtige ruilhandel in locaties plaats. Waarbij aangetekend dat Nijhuis soms dagen, zo niet weken op zoek is naar nieuwe urbex-locaties en daar veel voorbereiding in moet steken.

Maar eerst terug in de tijd. Nijhuis begon ruim tien jaar geleden en beleefde zijn debuut op het waterkundig laboratorium in Marknesse, een urbex-locatie die nog steeds bestaat en zelfs toegankelijk is. 'Nee, niet de spannendste locatie om te beginnen,' zegt hij, 'maar wel voldoende om het urbex-virus te vatten. Wat mij aantrok was de verlatenheid, de stilte. Ooit is hier gewerkt, geleefd, gelachen. En nu is er niets en raakt zo'n gebouw in verval. Van gesloten psychiatrische inrichtingen en verlaten villa’s tot vervallen hotels en in onbruik geraakte fabrieken. Het intrigeert mij om te achterhalen wat hier is gebeurd. Waarom is de fabriek gesloten? Waarom is de eigenaar van een woning niet meer aanwezig? Is er dan niemand die zich om het achtergelaten pand bekommerd? Het greep mij en liet mij nooit meer los.'

Het is ook precies wat Nijhuis in een foto zoekt: de schoonheid van het verval in beeld brengen, zoals hij het zegt. 'Laten zien dat een object of locatie ooit prachtig is geweest en dat de mens in staat is om het – door het te verlaten - ten gronde te richten.' De verlaten locatie maakt bij Nijhuis niet zelden een Titanic-achtig gevoel los. 'Het voelt vreemd om urenlang door het verleden te dwalen. Het is vaak heel stil in die verlaten gebouwen. Je voelt je afgesneden van het heden en verbonden met het verleden. Tegelijkertijd kan het flink spoken. Je hoort soms vreemde geluiden, krakende vloeren, piepende deuren… Soms vraag je je af of er iets is ‘blijven hangen’. Mijn foto’s starten een verhaal. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer de foto prijsgeeft. En hoe meer je als kijker wordt meegezogen in het beeld en je je fantasie de vrije loop laat om het verleden zélf in te kleuren.'

Voor dat beeld neemt hij overigens geen halve maatregelen. Volgens hem is urbex-foto doorgaans herkenbaar aan de high dynamic range (hdr)-techniek. Deze wordt in urbex-kringen veelal gebruikt, omdat de omgevingen waarin de foto’s geschoten worden niet zelden slecht omgevingslicht hebben. Om toch alles mooi in beeld te krijgen, gebruikt ook Nijhuis de hdr-functie. Hij maakt vijf foto's (bracketing), van onderbelicht naar overbelicht, en voegt de serie samen via speciale software. Daarna zet hij nog eens een handvol softwarepakketten, waaronder Lightroom, Photoshop, Aurora HDR en Luminar, om circa vijftien uur te besteden aan één kunstwerk. De technieken die in die fase de revue passeren, zijn zelfontwikkelde presets, het aanbrengen van layers in verschillende percentages, maskeringen, highlite- en highkey-techniek, vigneteren, diverse filters en actions. 'De combinatie van softwaretools is eigenlijk het geheime recept van mijn signatuur.'

Soms echt gevaarlijk

Staat de urbex-fotografie als stiekem bekend, het is in Nederland ook geen massabeweging. Volgens Nijhuis zijn in ons land een dozijn avonturiers actief. 'Sommigen zijn dan ook nog fotograaf en steken, zoals ik, veel tijd in de foto's. Wereldwijd ligt het aantal beoefenaars ook niet zo hoog. Het is en blijft illegaal wat je doet. En soms is het ook echt gevaarlijk.' Als Nijhuis, in het dagelijks leven artdirector/grafisch ontwerper in de reclame, met cijfers moet komen, schat hij Nederland in op zo’n honderd à tweehonderd, en internationaal ongeveer vijfduizend. Nijhuis noemde het al: gevaar. Ook hij is een paar keer gevallen en door vloeren gezakt. En in Italië deed zijn ontdekkingslust hem een paar uurtjes in de cel belanden. 'Maar dat draaide alleen maar uit op wat machtsvertoon. Italianen, hè,' lacht hij.

Urbex in de praktijk

Dan naar de praktijk. Want wat heeft Nijhuis, tijdens die gelegenheid gehuld in camouflageoutfit en zich verplaatsend in een Landrover, in zijn gereedschapskist? 'Ik schiet met Canon 5d Mark III met een zeer dure groothoeklens met veel lichtsterkte. Verder een tripod en een draadontspanner. Daarnaast nog een mes, twee mobieltjes plus een simkaart van het land waar ik ben, een EHBOkit, voldoende water, genoeg accu's en wat Dextro voor de energie.' Wat hij ook meeneemt naar de locaties is respect. Of zoals de code luidt: het enige dat je achterlaat zijn voetstappen, het enige dat je meeneemt zijn foto’s. Nu hij toch aan het opsommen is, nog maar een keer proberen: waar zijn de beste locaties om urbex-fotografie te bedrijven? 'Eigenlijk de hele wereld', ontwijkt Nijhuis de vraag. 'Overal zijn immers leegstaande gebouwen.' Overal? 'Alleen in Nederland worden de gebouwen bij leegstand vaak snel gesloopt of opgeknapt voor startup-bedrijven. Bijvoorbeeld de voormalige Van Nellefabriek aan de Delfshavense Schie in Rotterdam en dat nu geldt als het voornaamste industriële monument dat we in ons land hebben. Hier was ik net te laat en daar heb ik nog steeds spijt van.'

Tips voor Urbex-fotografie

Research

• Doe research naar de locatie die je wilt bezoeken: waar bestaat de beveiliging uit, honden, bewakers, hekken met elektriciteit? Is er informatie over een ingang? Altijd zijn er wel gaatjes in een hek, maar die moet je dan wel net weten anders verspil je kostbare tijd.

• Maak eenmaal binnen eerst een wandeling door het gebouw om de sfeer op te nemen, een totaalindruk te krijgen. Probeer vervolgens een specifieke idee te vormen van de beelden die je wilt maken. Let daarbij op de architectonische of functionele kenmerken van het gebouw of de voorwerpen die zijn achtergelaten.

• Tot slot: wees creatief in het zoeken naar locaties. Probeer nieuwe plekken te vinden in plaats van alleen maar panden te bezoeken waarvan elke vierkante centimeter al is vastgelegd. Verstandig is het ook om in een bepaald gebied meerdere locaties uit te zoeken. Lukt het niet hier, dan heb je daar misschien meer geluk.

Veiligheid

• Ga altijd in teamverband, maar voorkom gelet op betrappinggevaar een te grote groep; drie, vier man is meer dan genoeg. Laat iemand weten waar je bent, zodat je traceerbaar bent mocht er zich onverhoopt iets ernstigs voordoen. Mobiel dus bij de hand, want behalve bereikbaar, kunt je hiermee ook een noodsignaal afgeven.

• Bewaking: Let op! Urbexfotgrafie is net zo fascinerend als clandestien. Voor veel locaties geldt: verboden toegang. Word je door politie of bewakingsdienst betrapt, stel je dan nederig op en geef onmiddellijk toe dat je fout zit. Geen discussie is de ontsnappingsroute naar een waarschuwing (in plaats van een boete).

Materiaal

Urbex-fotografie is geen sport voor fotografen met smetvrees. Vuil, stof en vocht zijn geen vrienden van je objctieven. Tot de extra basisuitrusting behoren een stevige cameratas, zaklantaarn (of nog beter een hoofdlamp om je handen in donkere ruimtes vrij te hebben), draadontspanner, mobieltje, goede, maar onopvallende kleding (inclusief fijne schoenen) en een stevig statief. Verder dient je camera goed te functioneren onder slechte lichtomstandigheden (langere sluitertijden). Plus een flesje water voor het geval je ergens vast komt te zitten...

Over de fotograaf: Patrick Nijhuis

Ontwerper en fotograaf Patrick Nijhuis noemt zichzelf ‘crealist’. Enerzijds de passie voor het creëren van pakkende visuele concepten vanuit het niets. Anderzijds wél met gezond realisme werkbaar en functioneel moeten zijn. Zoals hij het noemt. Creativiteit zat er altijd al bij hem in: tekenen, schetsen en – als jongetje - fantasievolle creaties bouwen met Lego. Vanaf die prille jeugd had hij ook al toegang tot exclusieve fotoapparatuur. Door veel te experimenteren, maakte hij zich als een autodidact de techniek eigen. ‘Ik herinner mij nog goed de chemicaliën in mijn eigen doka. Maar de ‘echte fotografie’ begon pas toen ik mijn eerste digitale camera kocht. Een Canon EOS 300d. Een geheugenkaartje van 256 Mb kostte toen 256 euro. Wat een mooie tijd.’ 

Bekijk hier meer werk van Patrick Nijhuis.

Meer inspirerende verhalen? 

Dit artikel over urbex-fotografie werd door Cees Visser geschreven en gepubliceerd in digifoto Starter 1.2019. Deze en andere edities van digifoto Starter zijn hier te bestellen. 

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie