Oefenen: portret bij het raam

Amy Schutte 2064
Eén van de lastige dingen aan portretfotografie is het vinden van mooi licht. De oude schilders meesters maakten vaak gebruik van een enkel raam. En ook in de fotografie werkt dat wonderbaarlijk goed!

Voor de schilders was daglicht in veel gevallen het mooiste licht. Vooral op een bewolkte dag, wanneer de wolken een soort softbox vormen en het licht diffuus wordt, is het erg geschikt voor een portret. Als je bedenkt dat oude meesters als Rembrandt en Da Vinci hun taferelen ook op deze manier uitlichten, kun je je voorstellen dat er voldoende potentie in zit. Zij herkenden al de zachte nuances in de kleurtonen van de huid en het flatterende effect dat dit licht had op hun modellen. Vooral raampartijen op het noorden, of eventueel het zuiden, zijn uitstekend geschikt als lichtbron.

Controle over je portret

Het grote nadeel van de zon, of het daglicht als lichtbron is natuurlijk dat je er geen controle over hebt. Het liefst wil je diffuus licht van een fijn wolkendek, maar meer dan het weerbericht volgen kun je niet doen. Wat je wel kunt doen is het licht zachter maken op het moment dat de zon volop schijnt. Je kunt bijvoorbeeld een dun wit laken voor het raam spannen. Ook kun je, bijvoorbeeld met een stuk karton en sterke tape, het raam wat kleiner maken om de lichtinval op het model aan te passen en bij te sturen.

Model bij het raam

De positie van het model ten opzichte van het raam is erg belangrijk voor het portret. Het raam is een vast punt, dat kun je niet verplaatsen, maar de positie van het model ten opzichte van het raam wel. Hiermee kun je de lichtinval zachter maken (schuiner), voor een mooi beauty effect, of harder, voor een meer dramatisch effect (rechter voor het raam). Ook kun je spelen met de afstand van het model tot het raam, mits de ruimte dit toelaat natuurlijk. Denk er daarbij aan dat een verdubbeling van de afstand tot de lichtbron betekent dat je vier keer zoveel licht verliest.

Reflectiescherm

Voor een mooi uitgelicht portret is een reflectiescherm absoluut een aanwinst. Met slechts één lichtbron heb je in de meeste gevallen wat invulling nodig, afhankelijk van de opstelling van het model. Maak wat testfoto’s want op het oog valt het verschil in licht tussen raamzijde en huis/studio zijde vaak nauwelijks op. Onze hersenen zijn geprogrammeerd om een gemiddelde te maken, maar de camera is dat niet. Laat je model verschillende poses aannemen om te kijken welke lichtinval het gezicht het meest complimenteert. Zorg er ook voor dat er verder geen lampen branden, aangezien dat de witbalans kan verpesten of een lelijke (oranje) gloed in de foto kan achterlaten.

Opstelling portret bij het raam; net als de schilders

Wanneer het licht net over één van jouw schouders naar binnen valt, in een hoek van maximum 45 graden op het model heb je over het algemeen fijn licht te pakken. Met deze inval heb je een reflectiescherm nodig die recht tegenover het key light (het raam) staat. Om het licht zo te houden als de eerder genoemde oude schildermeesters kun je kijken naar de schaduw van de neus. Een zachte, driehoekige schaduw mag zichtbaar zijn, maar natuurlijk niet te groot of te scherp. Het reflectiescherm wordt alleen gebruikt als zachte invulling; het licht komt in het eindresultaat duidelijk van één kant.

Probeer de reflectie van het raam licht in de ogen van het model te vangen. Dit catchlight is niet altijd makkelijk te vinden, maar het maakt het portret levendiger en het gezicht van het model sprekender.


 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy