Het fotografie-alfabet voor beginners: D

16 september, 2025 - 14:12

Door: Redactie digifoto Starter 62

Na bijna 200 jaar fotografie komen we nu om in de fotografietermen. Maar wat moet je, als beginnende fotograaf, nou echt weten? In deze rubriek gaan we langs de belangrijkste termen die je moet weten als professioneel fotograaf. Van Accu's tot Zoomen: dit is het Fotografie-Alfabet voor beginners.

De vierde letter van het alfabet geeft ons weer een hoop mooie termen. Mis je wat, of ken je ze allemaal al? Kijk dan naar ons bijpassende stuk op Digifotopro!

1. Datakaart (of geheugenkaart)

Het is van belang dat je de juiste geheugenkaart voor je camera zoekt. Zo kan je al je data, foto's dus, goed opslaan. Je hebt verschillende soorten, zoals SD, microSD of CFexpress. Sommige kaarten zijn sneller van andere, en afhankelijk van de soort foto's die je gaat maken, kan je dus een andere nodig hebben.

2. Diafragma

Het diafragma bepaalt hoeveel licht er op de sensor van lens valt. Hoe kleiner dit getal - aangeduid met een f - hoe groter het diafragma en hoe meer licht er dus binnen komt. Eigenlijk net als je pupil dus.

3. Digitale zoom

Op veel camera's en smartphones kan je binnen een foto die je maakt een uitsnede maken. Dit noem je digitaal zoomen. Handig als je nét te veel hebt vastgelegd, maar dit gaat wel ten koste van je scherpte. Probeer dus altijd optisch in te zoomen.

4. Display

Op digitale camera's zit over het algemeen een scherm, of display. Hierop kan je je foto's terugzien of kijk je live met je lens mee, maar je ziet ook vaak alle instellingen. Let maar eens op de cijfers die overal om het beeld heenstaan - misschien staat Diafragma er ook wel tussen.

5. Dodging & Burning

Een fotoshoptip: met dodging & burning kan je de foto lichter of donkerder maken. Vroeger werd dit nog met de hand gedaan, maar inmiddels is dit makkelijk via Photoshop of Lightroom te doen. Deze techniek is essentieel als delen van je foto's nét te licht of te donker zijn.

6. Drive-modus

Via de drive-modus kies je of je één of meerdere foto's achter elkaar maakt. Bij rustige onderwerpen heb je vaak genoeg aan een enkele foto, terwijl je bij bewegend beeld liever een burst maakt.