Bescherm je gear tegen slecht weer

Redactie digifoto Starter 2070

Ook bij slecht weer kun je fotograferen. Regen, sneeuw en bewolking kunnen fantastische foto’s opleveren, zeker als je de juiste sfeer weet te pakken.

Maar slecht weer, zoals kou en regen zijn niet goed voor je camera en objectieven. Hoe kun je toch op pad bij slecht weer, zonder je apparatuur in gevaar te brengen?

Water

Water kan komen in de vorm van regen, maar ook van de waterspetters, zoals van de zee of een fontein. Sommige camera’s zijn weerbestendig. Dat wil zeggen dat ze spatwater buiten houden. Onderdompeling in water is, ook bij een waterbestendige camera, goed idee. Zorg ervoor dat je een regenhoes hebt, om regen maar ook sneeuw en ijs buiten te houden. Soms is een paraplu voldoende, maar als je alleen bent betekent dat wel dat je één hand kwijt bent. Gaat het onverwachts regenen? Probeer dan ergens een vuilniszak te scoren en een gat te knippen/scheuren voor je objectief (en eventueel voor je flitser). Zo hoef je nog direct naar huis, want regen kan mooie plaatjes opleveren. De hele straat reflecteert en daar kun je als fotograaf natuurlijk gebruik van maken. Een zonnekap houdt ook regendruppeltjes van de lens af, dus die kun je ook inzetten. Probeer wat droge doekjes in je tas te hebben zitten, een zeem is fijn. Als je ook nog een rol gaffertape hebt, kun je eerdergenoemde vuilniszak (of andere plastic bescherming) beter vastmaken aan je camera.

Toch nat

Mocht je camera toch nat geworden zijn, haal hem dan helemaal bij thuiskomst zo snel mogelijk uit elkaar en leg alle onderdelen te drogen op een schone plek bij een verwarming. Zorg dat het warm is maar niet heet. Gebruik een eventueel een droge, schone doek (alleen speciale lens doekjes voor de lens). Accesoires die niet heel gevoelig zijn kun je eventueel in een zak rijst stoppen. De rijst zal het vocht opnemen. Kijk uit met openingen.

Extreem weer: kou of warmte

Camera’s zijn gebouwd voor temperaturen tussen de -10 en +40 graden Celcius. Dit is vooral belangrijk voor de batterijen, die zijn het gevoeligst voor extreme temperaturen. Als batterijen heel koud worden, wordt het voltage dat ze afgeven lager. Je camera denkt dat ze leeg zijn. Zorg daarom dat je een extra batterij bij je hebt, die je dicht op je lichaam draagt. Bijvoorbeeld in een broekzak. Wissel ze om op het moment dat je camera aangeeft dat de accu leeg is, en stop de ‘lege’ nu in je broekzak. Eenmaal opgewarmd, kan deze waarschijnlijk nog even mee. In hitte hou je je extra batterij op een beschutte plek, zoals je cameratas. Hou deze zoveel mogelijk in de schaduw.

Wind

Wind op zichzelf is het probleem niet, maar het zorgt voor zand en stof dat opwaait en overal gaat zitten. Vooral in bewegende delen, zoals het diafragma of de sluiter, is dit een groot probleem. Net als voor statieven. Als je camera (of statief) rubberen beschermers heeft, zorg dan dat deze goed afsluiten. Gebruik eventueel je regenhoes om opwaaiend zand tegen te houden. Stop spullen die je niet gebruikt direct terug in je cameratas en doe deze altijd dicht. Objectieven verwissel je uiteraard alleen op een beschutte plek. Bij thuiskomst is het een goed idee om alles uit elkaar te halen en met een speciaal blaasbalgje schoon te blazen.

Zorg er, bij harde wind, ook voor dat je je statief verzwaard. Je wil tenslotte niet dat alles in het zand valt!

Denk aan jezelf bij slecht weer

Bescherm jezelf ook goed. Koude vingers hebben minder controle en voor je het weet laat je kostbare apparatuur uit je handen glippen. Bovendien is er niets aan om na een shoot drie dagen ziek op bed te liggen, dus kijk hoever jij en je apparatuur kunnen gaan bij slecht weer.

 

 

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie