Waarom je geen betere camera nodig hebt

Amy Schutte 902
Als je eenmaal een tijdje bezig bent met fotograferen, krijgen veel fotografen ‘gear envy’: de drang om een betere camera en betere apparatuur te kopen. Vaak onnodig.

De meeste fotografen beginnen hun fotografie carriere met een instapmodel, of een compact camera. Of ze schaffen een goede tweedehands aan. Na een tijdje op weg te zijn met fotografie en je verder verdiept te hebben in je hobby, waarbij je leest over de nieuwste modellen met fantastische nieuwe technieken, wordt je soms een beetje hebberig.

Dat is niet erg, veel fotografen hebben daar ‘last’ van. Maar het is niet nodig.

Een goede foto

Een goede foto wordt niet gemaakt door de camera, maar door de fotograaf. Het klinkt cliché, maar een cliché is vaak waar. Wanneer je een foto bewondert van een fotograaf is het eigenlijk een gekke vraag om te stellen: ‘welke camera heb je gebruikt?’ Je zou het kunnen vergelijken met iemand die aan Rembrandt vroeg welke kwasten hij gebruikte om zo’n mooi schilderij te kunnen maken. Het was immers Rembrandt’s techniek en inzicht dat de schilderijen naar een hoger niveau tilde. Hetzelfde geldt voor een fotograaf.

Vroeger

Er zijn heel wat fotografen die wereldberoemd zijn in de geschiedenis van fotografie. Neem Henri Cartier-Bresson. Hij werd vooral bekend met zijn theorie over ‘the decisive moment’, het maken van een foto op precies het juiste moment. Cartier-Bresson was een fotojournalist die zijn hoogtijdagen in de jaren ‘40 beleefde. Hij gebruikte altijd een Leica (uiteraard nog analoog) met een 50mm objectief. Zijn uitrusting was eenvoudig en de kwaliteit van camera’s was toen was nog vele malen minder als de camera’s die nu verkrijgbaar zijn. En toch zijn zijn foto’s nog steeds legendarisch.

Techniek

Een goede fotograaf kan mooie foto’s maken, zelfs met een mobiele telefoon. Ook met relatief eenvoudige apparatuur kan hij een scène vertalen naar beeld. Door zijn compositie, contrast, standpunt en andere creatieve keuzes kan hij een prachtig beeld creëren, dat een bepaald gevoel oproept. Hoeveel megapixels of automatische focuspunten hij daarvoor voorhanden heeft, maakt niet perse uit. Daarom gaat het er, ook voor ons, in eerste instantie om om je camera goed te leren kennen. Werk met de verschillende instellingen en speel ermee. Leer herkennen wanneer je voor bepaalde instellingen kiest. Zo kun je jouw inzicht vertalen naar een foto. Probeer verschillende composities uit en oefen met verschillende onderwerpen en omstandigheden, zodat je weet wat de veranderingen die je maakt voor invloed hebben op je foto.

Wanneer heb je wel een betere camera nodig

Eenvoudige camera’s kunnen nog steeds prachtige foto’s maken. Zelfs met een toestel met 10 megapixels kun je plaatjes maken die anderen omver blazen. Heb je het gevoel dat je je camera bent ontgroeid? Kijk eerst eens naar je objectieven: vaak kan beter glas je foto’s naar een hoger niveau tillen, vooral wanneer dit lichtgevoeliger is. Ook op een ouder toestel. Uiteindelijk kan het natuurlijk wel zo zijn dat je tegen de grenzen van je toestel aanloopt. Bijvoorbeeld wanneer je veel fotografeert bij weinig licht, maar jouw camera slecht presteert bij hoge ISO waarden. Of wanneer je veel wildlife fotografeert en de autofocus van je camera dat niet bij kan benen.

Een nieuwe of betere camera leidt niet automatisch tot betere foto’s. Jij als fotograaf maakt de beelden, dus als je techniek niet goed is, krijg je ook met de allerbeste camera geen spectaculaire foto’s. Eerst oefenen dus!

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy