Tips voor haarscherpe foto’s

Amy Schutte 949
Lukt het je niet altijd om je foto’s mooi scherp te krijgen? En weet je niet goed waar het aan zou kunnen liggen? Lees dan deze tips voor haarscherpe foto’s!

De scherpte van je foto is afhankelijk van vele factoren. Er kan dus ook gemakkelijk is misgaan, waardoor je foto onscherp wordt. Deze tips kunnen je helpen om voortaan alleen nog haarscherpe foto's te maken.

Sluitertijd is te lang

Eén van de meest voorkomende oorzaken van onscherpe foto’s, is een te lange sluitertijd. Hoe langer de sluiter open staat, hoe meer licht er op de sensor komt. Maar ook: hoe meer kans je hebt dat je foto bewogen wordt, door kleine trillingen in je hand of zelfs van het statief. Door je sluitertijd korter te maken, heb je minder kans op bewegingsonscherpte. Hoe kort je moet gaan is afhankelijk van de brandpuntsafstand van het objectief dat je gebruikt. Gebruik tenminste 1/(brandpuntsafstand) in het geval van een fullframe camera, of bij een cropcamera moet je dit vermenigvuldigen met de cropfactor. Heb je bijvoorbeeld een brandpuntsafstand van 400mm en een cropfactor van 1,5x (Nikon), dan is je minimale sluitertijd 1/(400 x 1,5) = 1/600. Met sluiterprioriteit kun je de sluitertijd zelf bepalen. Of je kunt natuurlijk je instellingen helemaal handmatig maken.

Grote diafragma opening

Wanneer je een grote diafragmaopening gebruikt, heb je een kleine scherptediepte. Dit is overigens ook afhankelijk van je objectief en de afstand tot het onderwerp. Met een kleine scherptediepte is het scherptevlak - het gedeelte van de foto dat scherp is - erg klein. Je kunt dus al snel het juiste punt missen. Het onderwerp kan een klein beetje bewegen, maar je camera natuurlijk ook. Zeker wanneer je geen statief gebruikt. Door een kleinere diafragma opening te kiezen wordt het scherptevlak groter (en de scherptediepte ook). Zeker met een lange lens is dat een aanrader om onscherpe foto’s te voorkomen.

Kies één scherpstelpunt voor haarscherpe foto's

In de meeste camera’s kun je zelf de scherpstelpunten instellen. Je kunt er één kiezen, maar vaak heb je ook de mogelijkheid om een groepje of zelfs al je scherpstelpunten te selecteren. Doe je dat laatste, dan zal de camera uiteindelijk alsnog vaak één punt kiezen. Niet alles is immers even ver van de camera af, dus niet álles kan scherp worden (afhankelijk van je gekozen instellingen en objectief). Welk punt dat is, heb je dan zelf niet meer in de hand. Daarom kun je beter zelf een scherpstelpunt kiezen. Eventueel kun je gebruik maken van ‘focus en recompose’: je stelt scherp op het door jou gekozen scherpstelpunt door de ontspanknop half in te drukken. Je houdt deze knop half ingedrukt terwijl je de compositie bijstelt. Als de afstand tussen jou en het onderwerp tussendoor niet verandert, blijft de foto scherp.

LiveView helpt je aan haarscherpe foto's

LiveView is het scherm achterop je camera, waarop je kunt zijn hoe het beeld verandert naarmate je de instellingen aanpast. Dat is sowieso handig. Bovendien kun je met LiveView inzoomen. Hiervoor bevinden zich knoppen voor op je camera, of sommige schermen hebben touch screen. Zoek het eventueel op in de handleiding van je camera. Door op het onderwerp in te zoomen kun je veel nauwkeuriger checken of het scherp is. Stel, je maakt een portret, maar niet in closeup. Dan zie je door de zoeker soms niet of de scherpte op het oog ligt (wat je wil) of op de neus. Zoom je in, dan zie je dat verschil vaak wel.

Camera’s en apparatuur worden continu doorontwikkeld en maken het ons steeds makkelijker om goede, mooie foto’s te maken. Met deze tips heb jij voortaan ook haarscherpe foto’s!

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy