Paarden fotograferen, zo doe je dat

Toch is een paard, net als ieder ander dier, niet eenvoudig te fotograferen. Ze zijn groot en bewegen, bovendien niet altijd op commando. Hoe pak je het aan?

Lees ook: Het vinden van een geschikte locatie voor (dieren)portretten

Begrijp het paard

Paarden zijn vluchtdieren. Dat betekent dat wanneer iets ze bang maakt, zullen ze in eerste instantie proberen weg te rennen. Lukt dit niet, omdat ze bijvoorbeeld vastgebonden staan of ingesloten zijn, wees dan voorzichtig. Ze kunnen onverwachts reageren. Om (mooie) foto’s van een paard te kunnen maken, moet je je hier bewust van zijn. Kleine bewegingen van jou, als fotograaf, kunnen al een reactie uitlokken. Beweeg kalm en rustig en geef het dier de tijd om aan jou en je camera (en de geluiden) te wennen. Begin van een afstandje en werk rustig naar het dier toe. Let erop dat achter het dier en schuin achter/aan de zijkant een grote dode hoek is, wanneer het hoofd naar voren gericht is. Wees extra voorzichtig en praat eventueel zacht, zodat het dier weet waar jij je bevindt. Zing eventueel zacht een liedje, als je het gek vindt om tegen een paard te praten.

Apparatuur

Bij dieren, helemaal bij grote dieren als paarden, is het een goed idee om een zoomlens mee te nemen. Zo kun je vanaf één plek verschillende uitsnedes maken, zonder van lens te hoeven wisselen. Veel geduld hebben ze namelijk vaak niet. In overleg met de eigenaar kun je een flitser gebruiken. Waarschijnlijk moet je dan wel flink de tijd nemen om het paard te laten wennen.

Paard in actie

Probeer bij actiefoto’s te zorgen dat je alle vier de benen ziet. Dat geeft een prettig, rustig geheel. Bij paardenraces of een snelle galop kun je gebruik maken van panning, om de snelheid extra te benadrukken. Fotografeer je in een binnenbak? Dan heb je waarschijnlijk slecht licht. ‘Snel glas’ is dan erg fijn, omdat het dier ook nog eens beweegt. Dat betekent dat je lens een grote maximale diafragma opening heeft. Dit wordt aangeduid met een laag f/getal, het staat vaak op de lens vermeld en wordt bij de aankoop ook zeker vernoemd. f/1.8 is bijvoorbeeld een grote maximale opening. Zo’n lens wordt ‘snel glas’ genoemd omdat de elementen van glas zijn, en doordat het diafragma ver open kan, kun je de sluitertijd korter zetten. De belichting (daglicht) is dan nog steeds goed. Een korte sluitertijd is nodig om bewegingen te bevriezen, als je dat wilt.

Stel scherp op de ogen

Zeker als je een portret maakt van het paard, is het belangrijk dat  je de ‘regels’ voor portretten volgt. Stel scherp op de ogen. Deze zullen de meeste aandacht krijgen in de foto, want hier kan de kijker contact krijgen met het dier. Over het algemeen zijn het geen gemakkelijke modellen die lang stil zitten, dus dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar een goede foto heeft de ogen (of bij een kleine scherptediepte het oog het dichtst bij de camera) scherp. Ook als je dier niet in de camera kijkt.

Een paard heeft een baasje

Niemand kent het dier zo goed als de eigenaar of verzorger. Wees daarom niet bang om advies of hulp te vragen. Paarden zijn grote dieren, en je moet daarom je eigen veiligheid ook in acht nemen. Iemand die het gedrag van het paard kent en monitort tijdens een fotoshoot, is dan ook geen gek idee.