Het fotografie-alfabet voor beginners: de O
Na bijna 200 jaar fotografie komen we nu om in de fotografietermen. Maar wat moet je, als beginnende fotograaf, nou echt weten? In deze rubriek gaan we langs de belangrijkste termen die je moet weten als professioneel fotograaf. Van Accu's tot Zoomen: dit is het Fotografie-Alfabet voor beginners.
Deze week de belangrijkste termen met de O. We zullen er niet langer omheen draaien, maar als je ze allemaal al kent, kijk dan op DIGIFOTO Pro voor aanvullende termen!
Objectief
Laten we simpel beginnen: een objectief is eigenlijk gewoon een ander woord voor lens. Ze komen in verschillende vormen; je hebt bijvoorbeeld groothoek-, standaard-, tele- of macro-objectieven. Elk heeft weer eigen kwaliteiten en een unieke functie.
Onderbelichting
Onderbelichting vindt veel bij nachtfotografie plaats; bij weinig licht worden donkere beelden helemaal zwart en verliest het alle details. Oplossing: hogere ISO, langere sluitertijd of (+) belichtingscompensatie.
Oogdetectie
Veel moderne camera’s kunnen automatisch ogen herkennen en daarop scherpstellen. Perfect voor portretten: het belangrijkste deel van het gezicht is dan altijd scherp.
Optische zoom
Met optische zoom vergroot de lens daadwerkelijk het beeld, zonder kwaliteitsverlies. Niet te verwarren met digitale zoom (die maakt gewoon een uitsnede).
Oriëntatie van je foto
De manier waarop je je camera vasthoudt bepaalt de oriëntatie van je foto. De twee vormen ken je waarschijnlijk al wel: horizontaal (landscape) en verticaal (portrait). Oefen goed met beide om meer variatie in compositie.
Overbelichting
Het omgekeerde van onderbelichting: een foto is overbelicht wanneer te veel licht binnenkomt: lichte delen worden wit en detail verdwijnt. Ook de oplossing is dus het omgekeerde: lagere ISO, snellere sluitertijd, een kleiner diafragma of belichtingscompensatie (-).
Mis je iets?
Deze termen móét je dus kennen. Wil je meer zien, kijk dan terug in deze reeks of op DIGIFOTO Pro om door te leren.
Lees meer
