Fotograferen in Sarek: avontuur in Zweeds Lapland
Zoek je pure natuur en een plek die nog echt ongerept is? Dan is Sarek Nationaal Park in het noorden van Zweden iets voor jou. Hier vind je geen wegen, paden of hutten. Alles wat je nodig hebt, moet je zelf meenemen. Dat maakt het juist zo bijzonder: je stapt letterlijk de wildernis in.
Hoe kom je in Sarek?
Vanaf Nederland vlieg je eerst naar Stockholm. Daarna reis je door naar Kiruna of Gällivare in Zweeds Lapland. Met een huurauto of de trein ga je verder richting Kvikkjokk (zuidkant) of Ritsem (noordkant). Dat zijn de laatste dorpjes met winkels en voorzieningen. Vanaf daar begint het avontuur: te voet, met al je spullen op je rug, helemaal op jezelf.

Wat maakt Sarek uniek?
Sarek ligt midden in het UNESCO-werelderfgoedgebied Laponia. Er zijn geen gemarkeerde paden, geen toeristische bezienswaardigheden en geen drukte. Je bent hier echt op jezelf aangewezen. Dat betekent goed voorbereiden, kampeerspullen en eten dragen, en weten hoe je kaart en kompas gebruikt.
Voor fotografen is dit een paradijs. Er is niets wat afleidt: geen wegen of huizen, alleen ruige natuur. Soms kom je een rendier tegen, zie je een poolvos of ontdek je sporen van de Sámi, die hier met hun rendieren rondtrekken. Zulke subtiele details geven je foto’s extra verhaal en context.
Licht, compositie en sfeer
Het mooiste licht heb je hier in de late zomer en vroege herfst. De zon hangt dan laag aan de horizon, waardoor lange schaduwen en warm licht ontstaan, net als tijdens het gouden uur. ’s Ochtends ligt er vaak mist in de dalen en schuiven wolken langzaam langs de bergen. Een droom voor liefhebbers van sfeervolle landschappen.

Fotograferen in Sarek vraagt om geduld. Er zijn geen standaard fotospots. Je moet echt zelf zoeken naar mooie onderwerpen. Denk aan rotsen met mos, een bocht in de rivier of een klein gletsjerbeekje. Zo maak je beelden die uniek zijn en helemaal van jou.
Handige tips voor fotografen
- Reis licht: Een compacte systeemcamera, een standaardzoom (bijvoorbeeld 24–70mm) en eventueel een lichte telelens zijn vaak genoeg.
- Extra accu’s en geheugen: Er is hier geen stroom. Neem dus voldoende mee.
- Bescherm je spullen: Drybags zijn onmisbaar tegen regen en condens.
- Navigeren: GPS, kaart en kompas zijn essentieel. Er staan hier geen borden of paaltjes.
- Beste tijd: Eind augustus tot begin september. Het weer is dan vaak stabiel en er zijn minder muggen.
- Kamperen hoort erbij: Neem een degelijke tent en brander mee. Houd ook rekening met vroege sneeuw: soms valt die al in september.
Tot slot: een plek voor geduldige fotografen
Sarek leert je langzaam kijken. Omdat alles hier tijd kost – van koken tot een rivier oversteken – ga je vanzelf meer op in de omgeving. Dat levert foto’s op die uniek zijn, vol stilte en ruimte. Durf het avontuur aan en ontdek een van Europa’s laatste echte wildernissen.