Doordrukken en tegenhouden in Lightroom

Amy Schutte 1716
Doordrukken en tegenhouden, of Dodge en Burn in het Engels, is een techniek die al gebruikt werd bij analoge fotografie. In de donkere kamer werden delen van de foto donkerder of lichter gemaakt, door meer of minder licht op een bepaald gedeelte van de foto te laten vallen. In Lightroom kan het ook, en het gaat een stuk makkelijker.

In de doka moest er gewapperd worden met een stukje karton of ijzer, om het licht te beïnvloeden. Op de eerste afdruk werd bepaald welke lichte delen er donkerder gemaakt moesten worden - doordrukken of ‘burning’, en welke donkere delen lichter moesten worden - tegenhouden of ‘dodging’. In Photoshop heten de functies nog steeds hetzelfde, en de mate bepaal je niet door te wapperen, maar door de doezelwaarde aan te passen. Maar ook in Lightroom kun je doordrukken en tegenhouden.

Waarom doordrukken en tegenhouden

Niet voor niets bestaat deze techniek al zo lang. Veel professionele fotografen gebruiken het om het beschikbare licht in de nabewerking nog meer vorm te geven. Door met licht en donker te spelen en dit contrast meer naar je hand te zetten, kun je bepaalde delen van je foto benadrukken of juist minder belangrijk maken. Zo trek je de blik van de kijker naar waar je ‘m wil hebben. Het meest heldere gedeelte trekt immers de meeste aandacht, dus daar kun je gebruik van maken.

Lightroom

In Lightroom kun je plaatselijk de belichting en het contrast bepalen door je penseel te gebruiken. Met dit gereedschap kun je makkelijk en nauwkeurig plaatselijke aanpassingen maken. Selecteer het penseel, en je krijgt alle schuiven in beeld waarmee je het gereedschap helemaal naar je eigen wens en inzicht kunt gebruiken. Een paar opmerkingen.

  • Het gummetje. Door met de gum over je aanpassingen te gaan, wordt deze ongedaan gemaakt. De aanpassing zelf wordt dus weggegumd. Zo kun je je bewerking verder verfijnen.
  • Met de ‘O’ toets komt het masker van je bewerking in beeld. Door nogmaals op ‘O’ te drukken ga je terug naar je foto.
  • Met de ‘grootte’ pas je het formaat van het penseel aan, met de doezelaar stel je de hardheid van de randen in. Door deze hoog in te stellen, krijg je zachte randen die langzaam weglopen naar buiten toe. Zo wordt de overgang mooi, maar een grote doezelwaarde kan het lastiger maken om nauwkeurig te werken. Het verschil tussen de buitenste en binnenste ring van het penseel is de mate van de doezelaar.
  • Met de schuif voor ‘stroom’ bepaal je in welke mate alle instellingen worden toegepast. Zet je deze bijvoorbeeld op 50, dan worden alle aanpassingen die je ingevoerd hebt voor de helft toegepast. Door nogmaals met het penseel over het gebied te gaan, wordt deze aanpassing nogmaals toegepast. Zo kun je je aanpassingen langzaamaan opbouwen.
  • Met de dichtheid regel je de transparantie van je penseelstreek.

Door met het penseel bepaalde gebieden van je foto lichter of donkerder te maken, kun je het licht in je foto vormen. Zo kun je diepte en textuur toevoegen. Houd je aanpassingen in het begin klein, je kunt altijd nog een keer met het penseel over de foto gaan.

 

 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy