De verschillen tussen foto- en videografie

Redactie digifoto Starter 1801

Dankzij de uitstekende kwaliteit van de moderne hybride camera’s, is het voor de fotograaf steeds makkelijker om uitstapjes te maken naar video. Echter, dat je camera het makkelijker aankan, betekent niet dat het ook makkelijker is om “even” een video te maken. Fotografie en videografie lijken op elkaar, maar hebben ook belangrijke verschillen. In dit artikel geven we een paar voorbeelden van zaken die nog wel eens onderschat worden.

Dit artikel is geschreven door Christel de Wolff en Wilmar Dik en is gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 4.2022

Fotografen en videografen overlappen in hun interesses in het maken van mooie beelden. Toch zijn er meer verschillen dan je als beeldmaker in eerste instantie zou verwachten. Om maar meteen met het grootste verschil te beginnen; de werkwijze valt niet te vergelijken. Natuurlijk zijn er fotografen die maanden van voorbereiding steken in hun fotografie en hele concepten uittekenen, vervolgens de foto’s maken en dan weer dagenlang aan nabewerking besteden. Toch kun je over het algemeen stellen dat fotografie minder complex en tijdrovend is dan het maken van een video. En ter verduidelijking, we hebben het hier natuurlijk niet over het even snel maken van een filmpje met je camera of smartphone, maar over het toepassen van film - bijvoorbeeld een documentaire of bedrijfsfilm. 

‘Zoomobjectieven kunnen niet altijd worden gebruikt omdat ze last hebben van focusbreathing’

Voorafgaand aan het maken van de film, bereid je je goed voor. Werk je voor een opdrachtgever, zoek dan uit wie ze zijn, wat ze doen en voor wie. Die informatie kun je verwerken in het concept. Ook het doel van de video moet duidelijk zijn; wil je de kijker bijvoorbeeld inspireren, informeren of activeren? Zorg ook dat je niet te ver afwijkt van de kern van wat je wil vertellen. Met name bij bedrijfsfilms wil de opdrachtgever nog wel eens meer vertellen en laten zien dan relevant is voor de kijker. Het is niet nodig te vermelden wie de directeur is, hoeveel mensen er werken en hoe groot het terrein is, wanneer het doel van de video is om een product te verkopen.

Script

Een goede video begint bij het maken van een script. Of je nu in opdracht werkt of al heel lang graag zelf een korte film wil maken - je eerste stap is het concreet maken van je verhaal. Hierin neem je mee voor welke doelgroep je werkt en wat je wil vertellen en hoe je dat gaat doen. Natuurlijk ben je als fotograaf, zeker in opdracht, ook vaak bezig met het bepalen van de doelgroep en het doel van je foto, sommige grotere producties zoals modefotografie werken zelfs met een moodboard of storyboard, maar een script schrijven is wel iets anders. Een script is geen brainstormsessie, maar concreet uitgeschreven content voor de film. Hierbij is ook het niveau van eventuele dialogen van belang. Een script voor bijvoorbeeld een bedrijfsfilm schud je niet zomaar uit je mouw. Verplaats je bij het maken van een script ook in de personen die gefilmd gaan worden. Maak je een bedrijfsfilms met werknemers in de hoofdrol, presenteer dan geen gescripte dialoog. Wat je absoluut niet wil, is dat mensen zonder acteerervaring een script uit hun hoofd gaan leren en opdreunen. Dat geeft een onnatuurlijk resultaat, wat in de postproductie onnodig veel complicaties met zich meebrengt. 

De fotograaf als scriptschrijver

Er zijn steeds meer fotografen die zich toeleggen op het maken van video’s, maar ze verkijken zich vaak op hoe moeilijk het is om een kloppende tekst te schrijven. Veel beeldmakers zijn ook meer visueel dan tekstueel ingesteld. Als je een film in opdracht van een bedrijf maakt, kan de communicatie-afdeling vaak meehelpen aan het vertalen van de boodschap, maar voor hen is het schrijven van een filmscript waarschijnlijk ook geen dagelijkse kost.

Omdat het (laten) schrijven van een script in de beginfase van de productie ligt, is het erg belangrijk dat het script goed is. Je kunt immers geen goed project neerzetten als de basis niet klopt. Als je moeite hebt met het uitschrijven van een script kun je het beter overlaten aan iemand die ervaring heeft met het schrijven voor bedrijfsfilms, zoals een filmproducent.

Shotlist

Moet een fotograaf zich dan maar helemaal niet bemoeien met het maken van een film? Dat is te kort door de bocht. Een film is zelden een solo-project en omdat het uit zoveel verschillende aspecten bestaat, is er altijd wel wat te noemen waar iemand goed in is. Wat veel fotografen goed kunnen bijvoorbeeld, is het bepalen van de ideale standpunten en composities. Camera angles en brandpuntsafstanden zijn natuurlijk geen onbekend terrein. Een fotograaf is in dat opzicht potentieel een goede cameraman of -vrouw. De combinatie van een fotograaf als cameraman met een filmproducent, is dan ook the best of both worlds. De producent kan aangeven wat er nodig is en de fotograaf kan daar over na gaan denken en tot de beste compositie komen. De conclusies van deze voorbereiding worden gedeeld in een storyboard, waarin het script wordt gevisualiseerd. Voor een draaidag wordt een zogenaamde shotlist gemaakt. Zo’n shotlist wordt gemaakt nadat het script is goedgekeurd door de opdrachtgever en hoeft helemaal niet op chronologische volgorde van de film te zijn. Wanneer bepaalde scènes zich op dezelfde locatie bevinden, is het logisch om die in de shotlist bij elkaar te groeperen. Bij video is continuïteit van belang en door scene’s slim te groeperen, maak je het jezelf zo makkelijk mogelijk.

Verschil in techniek en apparatuur

Als je je door de voorbereiding hebt heen gewerkt, liggen er nog een paar verrassingen op de loer. Een film wordt meestal geschoten met een sluitertijd die het dubbele is van de framerate. Gangbaar is de framerate 24fps en een sluitertijd van 1/50 seconde. Als houvast kun je stellen: de sluitertijd is het dubbele van de framerate. Als je dat aanhoudt krijg je een natuurlijk ogend beeld. Daarvan afwijken met creatieve keuze is natuurlijk mogelijk. Het fotograferen van bewegende onderwerpen, zoals mensen, gebeurt meestal iets sneller, maar objecten die niet bewegen (architectuur en interieur bijvoorbeeld) kunnen ook veel langzamer worden gefotografeerd.

Veel fotocamera’s zijn tegenwoordig zogenaamde hybride camera's. Ze kunnen zowel stilstaand als bewegende beelden vastleggen. Grote producties worden echter al snel met een dedicated filmcamera gemaakt, omdat hybride camera's beperkingen hebben, bijvoorbeeld in de maximale opnametijd of de beeldkwaliteit. Daarnaast kun je niet ieder objectief gebruiken voor video. Zoomobjectieven kunnen niet altijd worden gebruikt omdat ze last hebben van focusbreathing. In een fotoserie kun je hier wel omheen werken, maar bij video wordt dat lastig omdat je verschillen krijgt in je shots. 

Wat is focus breathing?

Focus breathing heeft te maken met een kleine zoom wanneer je scherpstelt. De term geeft aan dat er kleine veranderingen te zien zijn in de brandpuntsafstand van een objectief, wanneer de scherpte wordt verlegd van oneindig naar de minimale scherpstelafstand. Je draait de scherpstelring als het ware van het ene uiterste naar het andere, of de autofocus doet dit voor je. Als je dit doet terwijl je door de zoeker kijkt, zie je dat er vaak een kleine zoom plaatsvindt. Als je dichterbij scherpgesteld hebt, dan is de kans reëel dat de beeldhoek groter is; je ziet iets meer in beeld. Je hebt geen fout gemaakt en per ongeluk aan de zoomring gedraaid in plaats van aan de scherpstelring…Die kleine verandering heet focus breathing. Veel objectieven hebben hier ‘last’ van, zowel de duurdere als de meer voordelige varianten. Speciaal voor videografie zijn er zoomobjectieven beschikbaar die geen last hebben van focus breathing. Het prijskaartje voor deze specialistische apparatuur ligt vaak wel wat hoger dan modellen met dezelfde brandpuntsafstand en diafragma in het fotografie segment. 

Ook statieven voor fotografie zijn anders dan filmstatieven. Voor een fotografiestatief is het goed kunnen vastzetten van de camera belangrijk. Je wil namelijk niet dat een camera beweegt tijdens het maken van een foto. Bij het maken van film is het juist vaak wel wenselijk dat een camera kan meebewegen. Een filmstatief kan je ook voor fotografie gebruiken. Maar een fotostatief is zelden geschikt voor film, tenzij je een shot wil maken waarbij de camera niet beweegt. Daarnaast heb je bij film ook nog diverse andere mogelijkheden om mooie shots te maken. Zoals een dolly (wielen onder een statief, een oplossing wanneer de set een gladde vloer heeft), een slider (daarmee kun je de camera naar links en rechts bewegen) of een stabilisatiesysteem (gimbal). Daarin kun je een camera plaatsen en zorg je dat je de camera vloeiend kunt bewegen.

Een ander groot verschil is het soort licht wat je kunt gebruiken. Bij fotografie kun je gebruik maken van flitsers die één kort moment een flinke hoeveelheid licht geven. Zoals je al voelt aankomen is dat bij het maken van een film niet werkbaar. De setting moet namelijk gedurende de hele opname verlicht zijn. Bij film wordt dan ook gemaakt van continulampen (zoals LED-lampen). Deze geven minder veel licht dan flitsers, maar kunnen wel behoorlijk lang branden. 

Nabewerken

Net zoals dat er veel voorafgaat aan het maken van goede beelden, kun je ook behoorlijk wat tijd blokkeren in je agenda voor de nabewerking. Wanneer je foto’s bewerkt, heb je al snel een eindresultaat in handen. Bij een film bewerk je niet alleen de clips, maar moeten deze ook nog samengevoegd worden tot een mooi eindresultaat. Het editen van een film is ook een vak apart en er zijn speciale programma’s en technieken voor die we in een vervolgartikel graag met je doornemen.

Praktijkvoorbeeld

Beroepsfotograaf Wilmar Dik staat regelmatig op de set van een bedrijfsfilm en deelt zijn ervaring: ‘Ik werk als fotograaf/cameraman met Francis Camstra van tasfilms.nl. Als we samen een film maken, vertelt Francis mij wat ze nodig heeft. Ik bepaal hoe dat shot het beste gemaakt kan worden. Dus vanuit welke hoek, met welk objectief en met welk licht. Voordat we gaan filmen is er dus al behoorlijk wat denkwerk verricht.’

Volgens Wilmar is het grootste verschil tussen fotografie en videografie dat je het fotograferen vaak best in je eentje kunt doen, maar dat bij video toch best lastig wordt. ‘Bij filmproductie werk je met een crew, minimaal met twee personen. Er is heel veel om op te letten en daarnaast werken we vaak met twee camera’s die tegelijk draaien. Op die manier kun je later tussen shots wisselen zonder zichtbare knipjes. Daarnaast is de audio belangrijk en idealiter is er iemand die dat gedeelte volledig voor zijn of haar rekening kan nemen. Datzelfde geldt voor verlichting. Een productie wordt meestal geleid door een regisseur die de planning in de gaten houdt, mensen aanstuurt en controleert of alles volgens de shotlist en het storyboard geschoten wordt.’

Diverse opdrachtgevers vragen om een combinatie van film én fotografie. Wilmar vertelt: ‘Omdat de productieprocessen toch behoorlijk verschillend zijn, schieten we de film op een andere tijd dan de foto’s. Elke omschakeling tussen fotografie en film kost namelijk tijd. Denk aan het gebruik van een ander statief, compleet andere camera-instellingen, het maken van testfoto’s en het gebruik van andere lampen. Uit ervaring weten wij inmiddels dat we eerst alle clips voor de film maken. En daarna het schema omgooien voor het schieten van goede foto’s.’

Bekijk het werk van Wilmar Dik via: 

Dit artikel is geschreven door Christel de Wolff en Wilmar Dik en is gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 4.2022

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie