6 tips om onscherpe foto's te voorkomen
Niks is frustrerender dan thuiskomen na wat voelde als een fantastische dag fotograferen en er dan achter komen dat het onderwerp dat je wilde fotograferen niet scherp is. Je hebt een mooie camera en foto's gemaakt met autofocus, wat kan er mis zijn gegaan? Wij leggen je zes tips voor om onscherpe foto's te voorkomen.
1. Lenskalibratie voorkomt onscherpe foto's
Om scherpe foto's te kunnen maken moeten je lens en body goed op elkaar afgesteld zijn, dat heet kalibreren. Dit proces vindt plaats in de camera dus wanneer je meerdere camera's gebruikt, moet je die allemaal apart afstellen. Door te kalibreren zorg je ervoor dat je camera beter communiceert met je lenzen en daardoor zullen je foto's beter in focus zijn dan wanneer je alleen de autofocus gebruikt. Het afstelproces is voor iedere camera anders, dus het is een goed idee om de handleiding van jouw camera er even bij te pakken!
2 Verkeerde autofocus-modus
Terwijl sommige fotografen zweren bij het handmatig scherpstellen, vinden wij dat de autofocus een van de handigste uitvindingen in fotografie is. Autofocus heeft meerdere opties en juist bij het kiezen van de juiste gaat het vaak mis. Dat kan dan ook de reden zijn van onscherpe foto's. De single-focus kiest een specifieke afstand vanaf de camera tot het onderwerp wat scherp moet zijn en pint zich daarop vast. De continu-focus berekent het focuspunt opnieuw naar gelang je onderwerp zich dichter of verder van de camera bevindt. Dat laatste klinkt heel geavanceerd en zou je je camera dan niet altijd op die functie moeten zetten? Nee, in het geval van een klein onderwerp in je compositie kan de autofocus in de war raken en loop je het gevaar dat je er thuis achter komt dat je focus net naast je onderwerp zat. Probeer in dat geval singlefocus te gebruiken.
3 Verkeerde scherpstelpunt
Afhankelijk van met welk type camera je fotografeert, heb je een bepaald aantal scherpstelpunten tot je beschikking. Deze kun je herkennen aan de kleine rechthoekjes die in je viewfinder verschijnen. De vertoning in je camera is niet 100% accuraat en je zult je camera moeten leren kennen om te weten wanneer je de rechthoekjes kunt vertrouwen en wanneer niet. Ook belangrijk om te weten is dat je de scherpstelpunten kunt verplaatsen in je beeld en dat als je bent vergeten dat je je punt hebt verplaatst, je foto's behoorlijk kunnen mislukken. Hou daarom altijd je actieve scherpstelpunten in de gaten.
4. Gebruik het scherm van je camera
De viewfinder is waarschijnlijk het fijnste om mee te werken, maar in sommige situaties is het LCDschermpje van je camera een handig hulpmiddel. Omdat dit een groter beeld is, kun je sneller zien wat er in je foto scherp is en wat niet. Bij sommige moderne camera's kun je ook inzoomen op het LCDscherm in de voorvertoning. Je kunt scherpe delen dan extra goed zien, nog voordat je een foto maakt.
5. Gebruik de lock-functie
Het vastzetten van je focus is een fantastische mogelijkheid in digitale fotografie. Het laat je jouw gekozen scherpstelpunt vastzetten zodra je op de knop drukt. Je trillende vinger op de sluiterknop kan de autofocus dan niet meer per ongeluk verstoren. Ook deze handige lock-functie zit bij iedere camera op een andere plek, dus leg je handleiding nog niet weg.
6. Gebruik manuele focus
Dit klinkt een beetje raar, we hebben net de eindeloze mogelijkheden van autofocus voor je uitgelegd. Toch is het verstandig om ook eens te oefenen met handmatig scherpstellen. Niet alleen leer je zo veel over je camera, in sommige situaties is het zelfs de enige mogelijkheid om scherpe foto's te maken. Bijvoorbeeld in een situatie met weinig licht zoals een avondopname: je camera heeft voldoende licht nodig om correct te kunnen scherpstellen. Ook kunnen mist of rook je camera in de war brengen. Als je in zulke gevallen handmatig scherpstellen gebruikt, voorkom je dat je camera wil scherpstellen op deeltjes in de lucht met een mislukte opname als gevolg.
Dit artikel is geschreven door Christel de Wolff en gepubliceerd in starter 1.2020.