Van schilderij tot smartphone

Zo veranderde het zelfportret in de selfie

Redactie digifoto Starter 56

Een foto van jezelf maken: het lijkt zo normaal. Even een selfie schieten om te delen hoe leuk je het hebt, of als herinnering voor later. Maar wist je dat selfies een lange geschiedenis hebben? Van schilderijen en statieven tot smartphones met frontcamera’s; het zelfportret is altijd al een vorm van zelfexpressie geweest. In dit artikel duiken we in het verhaal achter de selfie. Zo begrijp je beter waar dit populaire type foto vandaan komt én hoe je er als beginnend fotograaf mee kunt spelen.

Lang voordat we met een smartphone selfies maakten, gebruikten kunstenaars hun spiegelbeeld als inspiratiebron. Schilder Jan van Eyck maakte in 1433 waarschijnlijk één van de eerste zelfportretten ooit. Zijn 'Portret van een man met rode tulband' zie je vaak terug in kunstboeken.

Ook de fotografie kende een vroeg zelfportret: in 1839 maakte Robert Cornelius een foto van zichzelf. Hij moest 15 minuten stilzitten; je moet het er maar voor over hebben! Deze opname wordt gezien als de allereerste 'selfie' met een camera. Toen was het nog puur handwerk, maar ook een vorm van zelfonderzoek.

Creatief met film

In de vorige eeuw werd de zelfontspanner populair, vooral met spiegelreflexcamera’s. Dat gaf fotografen meer vrijheid: je kon nu zelf bepalen waar je stond, hoe het licht viel en welke sfeer je wilde vastleggen. In de doka (donkere kamer) werd er daarna geëxperimenteerd met contrasten, poses en symboliek.

Deze zelfportretten waren vaak bedachtzamer dan de snelle selfies van nu. Ze vroegen om voorbereiding en techniek, maar boden ook veel ruimte voor creativiteit.

Goed om te weten: Een zelfontspanner is een functie op je camera waarbij de foto pas na een paar seconden wordt genomen. Zo kun je jezelf goed in beeld zetten zonder afstandsbediening.

De digitale revolutie

Toen digitale camera’s op de markt kwamen, werd het veel makkelijker om jezelf vast te leggen. Compactcamera’s met draaibare schermen lieten je al een beetje zien wat je deed. Maar de echte doorbraak kwam met de smartphone.

Dankzij de frontcamera en apps als Instagram werd de selfie razend populair. Iedereen kon er één maken en delen – zonder statief of studio. Filters maakten het eenvoudig om je foto’s op te leuken of een bepaald gevoel over te brengen.

Praktische tip: Let bij selfies met je smartphone op het licht. Natuurlijke lichtinval, zoals bij een raam, geeft vaak het mooiste resultaat.

Is een selfie ook kunst?

Hoewel veel selfies spontaan zijn, worden ze ook steeds vaker bewust gemaakt. Sommige fotografen gebruiken selfies om een verhaal te vertellen of maatschappelijke thema’s aan te kaarten. Denk aan identiteit, gender of zelfbeeld. Zo vervaagt het verschil tussen een snelle kiek en een krachtig zelfportret.

Kunstenaars als Cindy Sherman en Zanele Muholi gebruiken zichzelf als model om hun ideeën te verbeelden. Hun foto's laten zien dat een selfie méér kan zijn dan een vrolijke snapshot.

Wat je van de selfie kunt leren als fotograaf

Selfies laten zien hoe fotografie zich heeft ontwikkeld. Waar het vroeger vooral ging om vastleggen, draait het nu vaak om vertellen. Elke selfie, of die nu spontaan is of juist goed uitgedacht, zegt iets over de maker.

Als beginnende fotograaf kun je veel leren van het maken van zelfportretten. Je oefent met licht, compositie en expressie. En je ontdekt hoe je jezelf op beeld kunt presenteren; een vaardigheid die ook bij portretfotografie van anderen goed van pas komt.

Tot slot: Probeer eens een serie zelfportretten in verschillende stijlen. Denk aan zwart-wit, met schaduwen of met verschillende emoties. Zo ontwikkel je spelenderwijs je fotografische oog én je creatieve stijl.

afbeelding van twan_119807

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie