Wat is een cinemagraph en hoe maak je het?

Wat is het precies?

Een cinemagraph kun je maken door ofwel een foto en video van exact hetzelfde standpunt te maken en deze samen te voegen in (bijvoorbeeld) Photoshop, ofwel een frame uit een video te grabben en deze als basis foto te gebruiken om een cinemagraph te maken. Het is heel duidelijk een foto, maar één element beweegt. Bijvoorbeeld een foto van een sneeuwlandschap, waarin alles stilstaat (bomen, schaduwen etc), maar de sneeuwvlokken zie je vallen. Of een boot die je ziet varen op een foto, waarbij de golven in het water bewegen.

Waar komt de cinemagraph vandaan?

Het combineren van de twee werd in 2011 voor het eerst toegepast door fotografen en kunstenaars Kevin Burg en Jamie Beck. Sindsdien is er software ontwikkeld om cinemagraphs makkelijker te maken en zie je het verschijnsel overal opduiken. Ook wordt het veel ingezet in social media campagnes van grote merken als Pepsi, Mercedes en Victor & Rolf.

Social media

Cinemagraphs doen het dan ook heel erg goed op social media. Facebook en Instagram spelen video’s automatisch af bij het scrollen door de tijdlijn (tenzij de gebruiker dat handmatig uitzet). Vrijwel elke gebruiker krijgt dus beweging te zien. Deze media ‘loopen’ ook nog automatisch, dus hij begint steeds weer opnieuw. Dat is ideaal voor de cinemagraph. Het gaat hier immers om een kleine, subtiele beweging.

Hier zie je wat inspirerende cinemagraphs:

Maak een cinemagraph in Photoshop.

Zorg dat je basis van de cinemagraph een korte video is met een constante belichting, gemaakt vanaf een statief. Maak vanaf hetzelfde standpunt en met dezelfde instellingen een foto, of maak een still van de video.

• Open de foto in Photoshop. Als je nog bewerkingen wil maken, is nu het juiste moment. Ga vervolgens naar het venster ‘tijdlijn’ en open dat.
• Ga naar laag> videolagen>  nieuwe videolaag. Open nu het filmpje dat bij je foto hoort.
• Selecteer de achtergrondlaag (de foto). Schaal de foto bij totdat hij even groot is als de videolaag. Crop eventueel, zodat de video en foto laag precies overeenkomen. (Eventueel kun je de dekking van de videolaag verlagen)
• Bewerk de videolaag, zodat hij qua kleur en contrast overeenkomt met de foto. Dit is belangrijk om het één geheel te maken. Let op met aanpassingslagen, want deze bewerkingen wil je alleen op de videolaag toepassen. De foto had je immers al gedaan.
• Voeg de bewerkingslagen samen met de videolaag door CTRL+G te gebruiken.
• Voeg vervolgens een laagmasker toe en vul dit met zwart. Om de delen te selecteren die straks moeten bewegen, neem je een wit penseel. Maak de randen van het penseel zacht. Hiermee schilder je over het deel dat straks moet gaan bewegen.
• Via het venster tijdlijn (onderaan het scherm) speel je nu de video af. Kijk goed of de lagen mooi over elkaar liggen en het een natuurlijk geheel is met het bewegende deel. Anders pas je de aanpassingslagen of het masker verder aan. Speelt de video niet (goed) af? Dan kun je resolutie veranderen in het instellingenknopje.
• Kort de video in door een stukje te selecteren dat het beste werkt. Zeker voor een GIF is twee seconden al genoeg.
• Er zijn allerlei trucjes om de GIF naadloos over te laten lopen, maar je kunt ook goed kijken naar het begin en einde van je filmpje. Anders kun je de videolagen kopiëren, ze iets verschuiven ten opzichte van elkaar en met fade in en fade outs werken.
• Ben je tevreden? Dan kun je je het project exporteren. Ga naar bestand> exporteren> opslaan voor web. Zet de ‘herhalingsopties’ op ‘Altijd’, om je animatie doorlopend, in een loop, door te laten spelen. Opslaan en controleren of alles klopt.