Fotografeer de lente
Lentebloemen fotograferen
In februari en maart komen de sneeuwklokjes tot bloei. Dit kleine witte bloempje is een van de voortekenen van de lente die op komst is en is een dankbaar onderwerp om te fotograferen. Na de sneeuwklokjes zijn er nog diverse andere lentebloemen die je vast kunt leggen. Krokussen en narcissen zijn niet moeilijk te vinden in het voorjaar en ook bloesem komt veel voor. Van maart tot mei bloeien in de berm of in het gras veelvuldig narcissen. Vanaf april staan de bollenvelden weer vol met tulpen, wat typische Hollandse landschapsfoto's kan opleveren.
Zo mak als een lammetje
Naast de frisgekleurde bloemen die in het voorjaar uit de grond schieten, is er nog iets wat je absoluut niet kan missen. De ooi, het vrouwelijke schaap, wordt meestal in november gedekt wat in april resulteert in vrolijke lammetjes. Je vindt ze op kinderboerderijen, in de weilanden, maar ook op de dijken. Schapen vervullen op deze dijken namelijk een nuttige functie: met hun pootjes trappen ze de grond stevig aan en door het grazen voorkomen ze de groei van struiken en bomen die met hun wortels de dijk kunnen beschadigen.
Sommige schapen zijn erg nieuwsgierig waardoor ze soms zelf naar je toe kunnen komen of heel lief blijven staan. Dat kan leuke 'portretten' opleveren. Ga echter voorzichtig te werk en schrik de dieren niet af! Blijf je rustig, dan komen de lammetjes vaak vanzelf dichterbij. De mooiste lentefoto's krijg je met een strakblauwe lucht. Als de lucht bewolkt en grauw is, dan komen de lammetjes met vrijwel dezelfde kleur, niet goed tot hun recht. Zet je de lammetjes tegen een helderblauwe lucht, dan springen ze uit de foto.
Tegenlicht
Een basisregel in de fotografie is dat je het beste met de zon in de rug kunt fotograferen. Dat levert de mooiste kleuren en het beste contrast op, zonder dat de zon in je beeld terecht komt en de foto 'verpest'. Regels zijn er echter om te breken, want juist tegen de zon in fotograferen kan mooie beelden opleveren en vooral in het voorjaar. Dat werkt vooral goed als de zon 's avonds of 's ochtends laag aan de hemel staat. In de lente krijg je vaak mooi avond- en ochtendlicht voorgeschoteld, ideaal om te experimenteren met tegenlicht. Door gebruik te maken van bomen in de omgeving kan je precies sturen hoe en waar jij zonlicht wilt hebben. Beweeg je camera subtiel en verplaats de zon net achter een boom, terwijl je op het scherm kijkt wat er gebeurt met het resultaat.
Door extreem tegenlicht van de laagstaande zon, kunnen details van bloemen, zoals de haartjes, fel worden opgelicht. De bloemen worden daardoor als het ware voorzien van een lichtgevend kader door de zon.
De dagen worden langer
Na de donkere winter worden de dagen langzamerhand weer langer. Wel zo fijn als je naast een drukke werkweek ook tijd aan je fotografiehobby wil besteden. Trek er eens 's ochtends of 's avonds op uit, als de zon net opkomt of ondergaat en ga op zoek naar mooi licht. De beste momenten om met je camera naar buiten te trekken zijn het gouden uurtje, vlak voor de zon onder gaat en het blauwe uurtje, vlak nadat de zon onder is gegaan.
Sta op voor dag en dauw
Ben je echt een vroege vogel, trek er dan 's ochtends op uit om de dauw te fotograferen. Dauwdruppeltjes kun je fotograferen op grassprieten of andere beplanting, maar ook dauw op spinnenwebben levert vaak mooie resultaten op. Experimenteer met de witbalansinstelling van je camera. Door deze juist op de verkeerde stand te zetten (bijvoorbeeld de flitsstand, terwijl je niet flitst) kun je de kleur van de foto aanpassen. Een ijsblauwe foto is misschien niet natuurgetrouw, het geeft wel een mooie sfeer. Zorg wel dat je voorzichtig bent met de spinnenwebben. De achtpotige bewoners vinden het namelijk helemaal niet fijn als hun huis wordt gesloopt.
Dit artikel is geschreven door Sterre Hartjes en is gebubliceerd in 1.2020.
Lees meer
