Flitser gebruiken, hoe pak je het aan?

Amy Schutte 1036
Licht is het belangrijkste ingrediënt in fotografie. Maar er is niet altijd genoeg van. Of soms juist teveel, en dan heb je wat tegengewicht nodig. Flitsen is in deze gevallen het antwoord.

Er zijn verschillende soorten flitsers, sommige camera’s hebben zelfs een pop up flits. Je kunt flitsers meenemen en buiten gebruiken, of in de studio opstellen. Je kunt ze op je flitsschoen monteren, maar het geeft je veel meer vrijheid om ze extern te gebruiken. Hoe dan ook, hier zijn een aantal tips om rekening mee te houden wanneer je gaat flitsen.

Begin simpel met flitsen

Begin niet direct met meerdere flitser en reflectieschermen, maar bouw langzaam op. Begin met één flitser en probeer daar zoveel mogelijk verschillende opstellingen mee uit. Zo kun je leren wat het licht doet, hoe een bepaalde hardheid of zachtheid je beeld beïnvloedt en wat je eventueel nog mist.

Bepaal de sfeer

Weet wat je wil vertellen met je foto voor je begint. Wat moet de sfeer worden? Wat voor soort licht past daarbij? Zorg dat je flitslicht niet te sterk is. Wanneer hij het (eventueel) bestaande licht helemaal wegblaast door te flitsen, verlies je misschien juist sfeer. Probeer het licht te richten en te controleren. Begin klein en kijk of je meer nodig hebt.

Gebruik omgevingslicht

Tenzij je gebruik maakt van een studio, is er bijna op elke locatie omgevingslicht beschikbaar. Wees niet bang om meer lichtbronnen te gebruiken, of zelfs op te nemen in je foto. Het geeft diepte aan je foto, en kan enorm interessant zijn. Versleep gerust wat lampen of kaarsen om je foto verder ‘aan te kleden’.

Houd rekening met de richting van het licht

Voordat je je opstelling gaat maken, of gaat kijken waar je je flitser eventueel vandaan laat ‘bouncen’, moet je weten waar het natuurlijke of bestaande licht vandaan komt. Op basis hiervan stel je je flitser op, op een manier die ervoor zorgt dat het geheel natuurgetrouw overkomt. Of je nu het natuurlijk daglicht versterkt of een invullicht wil bieden, zorg dat het geheel natuurlijk blijft.

Flitsen met hard of zacht licht

Zorg dat je, mits je verschillende lichtbronnen gebruikt, je ze in elkaar over kunt laten lopen. Het kan zijn dat je meerdere flitsers gebruikt, of daglicht met flitslicht samenvoegt. Zorg dan dat ze in hardheid overeenkomen. Gebruik bijvoorbeeld een softbox om de zachtheid van daglicht (bij bewolking) te benaderen. Probeer eventueel reflectieschermen te gebruiken op gebieden waar het andere licht valt, om het meer één geheel te maken. Zorg natuurlijk ook dat de kleurtemperaturen overeenkomen.

Bekijk werk van andere fotografen

Kijk of je kunt lokaliseren wat de lichtbronnen waren op foto’s die jou aanspreken. Waar was/waren de (eventuele) flitsers. Hoe zijn ze opgesteld, en waarom. Probeer misschien zelfs eens de sfeer van een foto na te maken, om te kijken of je tegen problemen aanloopt.

Flitsers geven je enorm veel mogelijkheden. Met wat oefening worden je foto’s er zeker beter van. Als je niet direct wil investeren in flitsers, kun je ze misschien eens huren of lenen van een andere fotograaf.

 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy