Benut je objectief maximaal

Amy Schutte 649
Fotografie is een vaardigheid, een skill die je kunt leren. Daarvoor moet je natuurlijk je camera leren kennen, net als je objectief of objectieven. De laatsten raken nogal eens ondergesneeuwd, maar het is de moeite waard om tijd te investeren in het leren kennen van je objectief.

Elk objectief werkt anders. Ze hebben allemaal bijvoorbeeld een diafragma opening waarmee de beste beeldkwaliteit wordt behaald. En ze hebben hun eigen vertekening en lensfouten, als chromatische aberratie. Het is dus de moeite waard om je objectief door en door te leren kennen. Zo doe je dat.

Gebruik elk objectief een maand exclusief

Om je objectief echt goed te leren kennen, is het een goed idee om in elk geval een maand lang (langer kan natuurlijk ook) alleen met dat objectief op pad te gaan. Ook als het niet direct het eerste objectief zou zijn wat je zou kiezen, ‘beperk’ jezelf en leer creatief omgaan met het objectief. Zo kun je mogelijkheden verkennen die wellicht niet zo voor de hand liggen, waardoor je objectief uiteindelijk breder inzetbaar wordt.

Test op je gemak de verschillende diafragma openingen

Elk objectief presteert anders bij verschillende diafragma openingen. In de eerste plaats zijn er de technische prestaties. Elk objectief heeft een ‘sweet spot’. Vrijwel alle objectieven zijn zachter langs de randen van de foto bij de grootste en de kleinste diafragma opening. Maar er is ook de esthetische prestatie. Hoe zit het met de bokeh? Bij welke diafragmaopening heb je een fijne scherptediepte, zowel groot als klein. Wat vind je het mooist? Door dit te weten kun je deze keuzes later snel maken, in het veld.

Verschillende brandpuntsafstanden, één objectief

Heb je een zoomobjectief? Dan heb je ook te maken met verschillende prestaties op verschillende brandpuntsafstanden. Én dan ook nog eens met verschillende diafragma openingen. Een maand lijkt ineens niet meer zo lang om alles goed te leren kennen! De meeste fotografen gebruiken echter lang niet alle mogelijke brandpuntsafstanden van hun objectief. Ga eens door je foto’s heen, of kijk door de EXIF data, om erachter te komen waar jouw voorkeur ligt. Misschien wist je niet eens dat je die had. Maak foto’s met verschillende brandpuntsafstanden, bij voorkeur in het genre waar je het objectief het meeste voor gebruikt. Is er vertekening te zien? Waar? Hoe zit het met de scherpte?

Probeer verschillende onderwerpen met je objectief

Stel, je hebt een teleobjectief. Misschien heb je dat gekocht om wildlife foto’s te maken, om maar een voorbeeld te noemen. Kies dan ook eens wat anders. Hoe zien landschapsfoto’s er bijvoorbeeld uit met dit objectief? Of portretten? Door te variëren, leer je meer over de apparatuur zelf.

Gebruik je benen

Of je nu een objectief met vaste brandpuntsafstand of een zoomobjectief hebt; gebruik je benen eens o dichterbij of verder weg te gaan. Ga met een groothoekobjectief bijvoorbeeld eens heel dicht naar een onderwerp toe. Wat gebeurt er dan? Experimenteer en ga eens uit je comfort zone; dat is de beste manier om je objectief écht goed te leren kennen.

 

 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy