Vijf slechte gewoontes in fotografie die we vandaag nog af moeten leren
Daarmee leren velen van ons zich ook slechte gewoontes aan. Om ervoor te zorgen dat jij je die gewoontes niet aanleert, of om je te helpen ze zo snel mogelijk af te leren, wijzen we je op deze vijf slechte fotografie gewoontes.
1. Twijfelen
Dat kennen we allemaal, want stiekem voelen we ons wel eens bezwaard als we met de camera op pad gaan. Je voelt je als het ware lopen en durft eigenlijk niet zo goed de camera te richten op plekken waar mensen staan. Misschien worden ze wel boos. Of je twijfelt of datgene dat je ziet wel ‘fotogeniek’ genoeg is. Maar ga eens bij jezelf na hoe je zelf mensen met een camera bekijkt. Vind je ze irritant en raar, of heb je eerder bewondering voor hen voor het hebben van een creatieve uitlating? Waarschijnlijk het laatste. Door vaker je camera bij je te hebben, groeit het vertrouwen. Zorg dat je hem al om je schouder of nek hebt hangen, zodat ‘ie al zichtbaar is en je er al vertrouwd mee bent voordat je een foto neemt. Probeer de lichaamstaal van mensen te lezen: als er geen prijs op wordt gesteld dat je foto’s maakt, merk je dat snel genoeg. En wanneer je twijfelt over de fotografische waarde van iets, bedank dan stilletjes de bedenker van digitale fotografie. Zijn je foto’s achteraf niet de moeite waard, dan kun je ze heel gemakkelijk weggooien. Dus weg die twijfel! Want met aarzeling mis je juist dat mooie moment!
2. Te lage ISO
Veel beginnend fotografen worden gewaarschuwd voor en te hoge ISO. Dat veroorzaakt ruis, zeker bij instapmodellen camera’s. Waar juist weer veel beginnend fotografen gebruik van maken. Doordat de ISO te laag staat, moet de sluitertijd langer om een goede belichting te krijgen. Maar, bij een te lange sluitertijd worden de foto’s onscherp. En onscherpe foto’s zijn niet meer te redden in de nabewerking. Terwijl wat ruis vrij eenvoudig op te lossen is. Wees niet te bang voor hoge ISO’s, camera’s worden steeds beter en kunnen steeds hogere ISO aan zonder ruis te krijgen. Oók instapmodellen.
3. Kiekjes maken
Met de komst van camera’s in mobiele telefoons zijn we allemaal fotografen geworden. Maar, er is een groot verschil tussen het maken van foto’s en het maken van kiekjes. Om een goede foto te maken moet je zorgen dat je voorbereid bent en al enigszins hebt bedacht wat je wilt fotograferen. Dan kun je ook nadenken over welke instellingen daarbij horen. Op het moment dat zich dan een fotomoment voordoet, moet je nog zorgen dat je een mooie compositie maakt. In het begin zul je hier langer mee bezig zijn, maar op den duur zal dat een tweede natuur worden. Ga dus niet lukraak in de rondte schieten in de hoop dat er - tussen de 100 foto’s - één mooie zit.
4. Pixel peepen
Je foto’s beoordelen door 100% in te zoomen, wordt ‘pixel peepen’ genoemd. Hiermee kun je de scherpte beoordelen, en de eventuele ruis. Op zich is het natuurlijk geen gek idee om in te zoomen om te kijken of je foto scherp is. Maar in werkelijkheid zul je je foto zelden in het formaat van een bushokje afdrukken, dus het heeft niet zo veel zin. Bovendien zijn er mensen die na elke opname hun LCD scherm induiken om te pixel peepen en zo mooie fotomomenten missen, omdat hun aandacht ergens anders was!
5. Foto’s niet durven weggooien
Het is moeilijk om op verwijderen te klikken. Het is zo permanent he? Maar, slechte foto’s worden niet goed, ook niet naarmate je beter wordt in nabewerking. Ze nemen wel veel plaats in op je computer of harde schijf. Verwijder ze direct, ‘kill your darlings’. Anders zie je door de bomen het bos niet meer. Ga ook niet al je foto’s nabewerken, maar kies de meest succesvolle van een dagje fotograferen uit en besteed daar wat meer tijd aan. In Lightroom kun je heel gemakkelijk labels meegeven aan je foto’s, zodat je onderscheid kunt maken in ‘heel goed’, ‘goed’, ‘redelijk’, etc. Zo hou je het overzicht.
Natuurlijk zijn er meer slechte gewoontes, maar deze vijf bannen we allemaal voor altijd uit ons fotografie-leven! Afgesproken?
Lees meer
