Review Nikon Z 85mm f /1.8 S, het onverenigbare verenigd

Redactie digifoto Starter 556
De 85mm f/1.8 heeft een eer hoog te houden: met een soortgelijk objectief (een 85mm f/2) begon dankzij Life-fotograaf David Douglas Duncan de zegetocht van Nikon en zelfs van de Japanse camera-industrie. Bovendien zijn de beide huidige 85mm-objectieven van Nikon voor de F-vatting uitstekend. Wat zou de 85mm daar nog aan toe te voegen kunnen hebben en is hij niet té scherp voor portetten?

Een 85mm is op zich niet een heel moeilijk te ontwerpen objectief. Meestal zijn ze gediafragmeerd heel goed en bij volle opening een beetje zacht door sferische aberratie. Er is dus een klein soft focus effect dat zich vooral uit in de lichtste delen van het beeld. Dat voert dan vaak tot een vrij mooie achtergrondonscherpte en bij volle opening wordt een persoon en de achtergrond vrij flatteus weergegeven. Voor sommige onderwerpen schiet de scherpte dan echter te kort. Er zijn ook uitzonderingen die vanaf volle opening al zeer scherp zijn maar die ook genadeloos iedere onreinheid van de huid vastleggen. Omdat een 85mm een portretobjectief bij uitstek is, geven de meeste ontwerpen de voorkeur aan het bokeh en de iets zachtere tekening.

De S-serie van de Nikon Z-objectieven valt vooral op doordat alle objectieven bij de grootste diafragma’s al heel scherp en contrastrijk zijn, tot in de hoeken. De grote vraag bij dit objectief is natuurlijk of die scherpte niet té groot zou zijn voor portretten en of het bokeh er niet te zeer onder zou lijden.

Kijk je naar de opbouw, dan ziet die er iets anders uit dan bij de 50mm f/1.8 S: er is geen retrofocusgroep aan de voorkant, maar die is bij deze brandpuntsafstand en lichtsterkte ook niet nodig. Het is meer aan de voorkant een dubbele Gauss met aan het eind nog een tele-achtige groep. Wat dat aangaat lijkt het objectief op de 105mm f/1.4 G. Er zijn – vanwege het bokeh – geen asferische elementen maar wel twee ED-elementen (voor extra onderdrukking van kleurfouten).

Praktijk

Ik begon met deze 85mm meteen portretten te maken bij grote openingen. Dat is toch waarvoor dit objectief het meest gebruikt zal worden en eerlijk gezegd was dat ook het punt waarop ik verwachtte dat het objectief een beetje zou teleurstellen. De scherpte was opvallend, maar niet onverwacht gezien het feit dat het een Z Nikkor was. Wat ik niet verwacht had, was dat het objectief anders tekende dan andere objectieven die zo scherp waren bij volle opening, het was scherp maar niet té hard. Je moet wel voorzichtig zijn met het instellen van de verscherping van de camera, maar doe je dat, dan blijft een heel aangename weergave over. Dat bleek ook een onverwacht voordeel te bieden bij hoge ISO-instellingen: je kunt een sterkere ruisonderdrukking instellen en het beeld blijft scherp. In die zin kun je er in de praktijk vaak beter mee uit de weg dan met een f/1.4-objectief. Je kunt toe met minder ruisonderdrukking en de scherpte is bij volle opening al vrijwel optimaal. Je zou bijna zeggen: dit objectief beeldt af zoals je het ook ziet. Het doet daarmee denken aan de 105mm f/1.4G van Nikon, al is dat objectief net iets zachter. Het bokeh is ook mooi; er zijn geen harde randen te zien, en al evenmin uienringen. (Uienringen zijn concentrisch cirkels in onscherp weergeven lichte delen van het beeld; in feite ten gevolge van het niet-traploos slijpen van asferische lens-elementen. Ook opvallend voor een 85mm: er is vrijwel geen axiale chromatische aberratie. (het typische groener worden van structuren op de achtergrond en roze op de voorgrond.)  Bij landschapsnamen blijkt de scherpte al bij f/2.8 heel hoog.

Op zichzelf dus een uitstekend objectief. Tijd om de AF-S Nikkor 85mm f/1.4G erbij te halen voor een directe vergelijking. Nu wordt het heel moeilijk: dat objectief heeft bij f/1.8 al een mooiere weergave van het bokeh en bij f/1.4 maakt het de achtergrond tot een soort aquarel, daar slaagt de Z-versie niet in. Toegegeven, een heel oneerlijke vergelijking: de 85mm f/1.4G is uniek in dit opzicht én het is een f/1.4-objectief. Zo lang je echter de beide objectieven bij f/1.8 vergelijkt is de keuze moeilijk, de extra scherpte stoort niet bij portretten, maar kan wel heel handig zijn bij bijvoorbeeld theaterfoto’s en het bokeh-verschil valt vooral op bij directie vergelijking.

LAB

Na deze opmerkelijke prakrijkresultaten wordt het tijd om in het lab te kijken hoe dit objectief het doet. Ook nu loopt de f/1.4 weer mee als vergelijking. Ook nu is het verschil tussen de beide objectieven meteen duidelijk: met name het microcontrast in het centrum is bij de Nikkor Z veel hoger, ten gevolge van het ontbreken van sferische aberratie. Bij de f/4 en f/5.6 zien we dan een ander beeld: daar is het contrast op de aller, allerfijnste structuren hoger bij de f/1.4 en ligt de scherpte weer hoger bij de f/1.8. Het lijkt alsof de 85mm 1.8 ontworpen is om bij een veel hogere resolutie ook nog de benodigde extra scherpte te. Bij 45 megapixels zijn dit verschillen echter alleen met veel moeite bij 200% te zien, dus voorlopig is dat verschil niet van belang.

Kijken we naar de grafiek, dan scoort dit objectief iets boven het niveau van de Nikkor 105mm f/1.4G en net een fractie onder de 50mm f/1.8 Z, dus uitstekend. Het is de vraag of het kleine verschil met de 50mm een gevolg is van het vermijden van een al te harde tekening, of van het feit dat de voordelen van de nieuwe vatting bij deze brandpuntsafstanden net wat kleiner zijn (ik denk allebei). Wat dat aangaat ben ik heel benieuwd naar Nikkor Z 85mm f/1.2 S, maar die staat nog niet eens op de roadmap, dus voorlopig blijft bij speculatie. Al bij f/4 is de Nikkor Z 85mm f/1.8 S in feite al optimaal, al wordt het bij f/5.6 nog net iets beter bij f/11 zie je duidelijk de effecten van diffractie. Die verschillen overigens van objectief tot objectief voornamelijk als gevolg van de plaatsing van het diafragma. We zien behalve in de hoeken bij de grootste diafragma’s nauwelijks beeldfouten. Coma is zelfs extreem goed onderdrukt, wat het objectief geschikt maakt voor astrofoto’s en voor andere foto’s waarop de sterrenhemel te zien is. Longitudinale chromatische aberratie is ook heel gering, op het niveau van een concurrent, die zichzelf apochromaat noemt. In vergelijking met de Nikkor 85mm f/1.4 G is het in alle opzichten superieur op het bokeh en de lichtsterkte na.

Conclusie

Nikon is er bij deze 85mm in geslaagd twee onverenigbare zaken te combineren: scherpte en een mooie tekening. Dat resulteert in een objectief dat enorm universeel is: zeer goed in te zetten bij portretten, maar even goed bij onderwerpen die zeer hoge scherpte bij hoge opening vergen. Bijna ideaal dus. Het is zeker ideaal gepositioneerd tussen de beide F-objectieven: de 85mm f/1.8G biedt zeer veel waar voor zijn geld, maar het Z-objectief is toch een klasse beter. De 85mm f/1.4G is bij de grootste openingen door een rest sferische aberratie en door kleurfoutjes, ook minder goed dan de Z. Daar staat echter het unieke bokeh, vooral bij f/1,4, tegenover. De keus tussen deze beide objectieven is heel moeilijk – behalve wanneer je naar het prijskaartje kijkt: dan is deze nieuwe Z duidelijk de winnaar.

Beoordeling 85mm f/1.8 S

  • Beeldkwaliteit: 9
  • Bediening: 9     
  • Behuizing: 8      
  • Prijs / kwaliteit: 9

+ Zeer scherp en toch heel goed bruikbaar voor portetten, dus zeer universeel inzetbaar
+ Zeer goed hanteerbaar
+ Snelle scherpstelling, zeer geschikt voor video

Specificaties 85mm f/1.8 S

  • Brandpuntsafstand:       85 mm 
  • Aantal diafragmabladen:             9 (afgerond)
  • Maximaal diafragma:     f/1.8
  • Lengte:                99 mm
  • Breedte:             75 mm
  • Gewicht:             470 g
  • Opbouw (elementen/groepen):             12/8
  • Kortste scherpstelafstand          0,8 m
  • Lensvatting:       Nikon Z
  • Adviesprijs: € 899,-

Info: www.nikon.nl

 

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie