Moeten we de belichtingsdriehoek nog gebruiken?
De belichtingsdriehoek wordt nog door veel fotografen gebruikt als een manier om drie variabelen voor een foto te bepalen: ISO, sluitertijd en diafragma. Maar is het nog wel nodig?
Belichtingsdriehoek als uitgangspunt
Als je werkt met de belichtingsdriehoek moet je de drie variabelen in evenwicht brengen om het gewenste resultaat te bereiken. Als je één van de drie variabelen aanpast, moet er ook minstens één andere aangepast worden. Ze hebben invloed op de belichting maar ook de algehele compositie en techniek achter de foto.
- ISO: de lichtgevoeligheid. Hoe groter de ISO waarde, hoe groter de kans dat er ruis om de foto te zien is. Het is belangrijk dat je dit dus in evenwicht brengt met de andere variabelen.
- Sluitertijd: de tijd dat het licht op de sensor valt. Hoe langer de sluitertijd, hoe groter de kans dat er bewegingsonscherpte ontstaat als je geen statief gebruikt.
- Diafragma: bepaalt de mate dat het licht op de sensor valt. Hoe groter het getal, hoe kleiner de diafragma en dus hoe minder licht er op de sensor kan vallen.
Lees ook: Even opfrissen: de belichtingsdriehoek
John Hess helpt je
In de video wordt door John Hess uitgelegd waarom we de belichtingsdriehoek niet meer moeten gebruiken. Met zes verschillende redenen wordt het vrij duidelijk gemaakt wat je nou precies aan deze techniek hebt en wat niet.
Benieuwd? Bekijk onderstaande video om voor jezelf te bepalen of het gebruik van de belichtingsdriehoek nog nodig is voor het maken van jouw foto’s.