Goede foto’s maken zonder te flitsen

Goede foto’s maken zonder te flitsen

Redactie digifoto Starter 2304
Soms heb je nu eenmaal niet de ideale omstandigheden qua licht, maar wel het ideale onderwerp om op de foto te zetten. Terugkomen op een ander tijdstip is geen optie, dus je moet hier en nu de perfecte opname maken. Hoe doe je dat?

Fotograferen is gebruik maken van het aanwezige licht. En soms is dat niet zoveel als je zou willen. Toch zijn er mogelijkheden om ook dan een mooie foto te maken zonder allerlei externe apparatuur. Hier geven we je een aantal tips.

Verhoog je ISO

De ISO is een instelling van je camera en staat voor de lichtgevoeligheid van de beeldsensor. Hoe hoger het ISO-nummer, hoe lichtgevoeliger de sensor is. Kun je met mooi weer prima uit de voeten met je ISO op 100 of 200, bij minder goede lichtomstandigheden zou je misschien de ISO beter op b.v. 800 kunnen zetten, dat betekent n.l. dat je 8 x meer licht vangt dan bij ISO 100. Het nadeel van een hogere ISO is dat de kwaliteit van je foto achteruit kan gaan, je kunt dan n.l. ruis krijgen, een korrelig effect. Probeer dus uit wat het maximum is wat je als ISO in kunt stellen, zonder dat je kwaliteitsverlies hebt.

Diafragma

Het diafragma is de opening in de lens die het licht doorlaat. Hoe groter die opening, hoe meer licht. Het diafragma is het F getal. Wat een beetje verwarrend is, is dat hoe groter de lensopening is, dus hoe meer licht er binnen valt, hoe kleiner het F-getal is. Je krijgt dus met F/ 1.4 meer licht dan met F/16, om maar even twee uitersten te noemen. Het nadeel van een groot diafragma (klein F-getal) is dat je scherpstelt op een kleiner gedeelte van je object, zodat een gedeelte van je onderwerp onscherp kan worden. Dus ook hierbij zul je moeten experimenteren wat je maximum is qua diafragma om toch je hele onderwerp scherp in beeld te krijgen.

Sluitertijd

De sluitertijd bepaalt hoe lang een beeld verlicht wordt. Des te sneller de sluitertijd, des te korter de belichting. Om foto’s te maken bij donkerdere lichtomstandigheden, heb je dus een langere sluitertijd nodig, zodat het beeld langer verlicht wordt. Als de sluitertijd 1/2 is, dan wordt het beeld 2 x zo lang belicht dan bij 1/4 van een seconde. En de belichtingstijd bij 1/2 is 8 x langer dan bij 1/16. Nadeel van een langere sluitertijd is dat je bewegingsonscherpte kunt krijgen. Als je beweging vast wilt leggen in je opname, zul je dus juist weer een snellere sluitertijd moeten hebben van b.v. 1/250. Ook nu zul je dus moeten uittesten wat in jouw geval het beste werkt.

Fotograferen in RAW

Als je RAW fotografeert pak je meer details en informatie in het beeld dan wanneer je in JPEG foto’s schiet. Je kunt dus in de nabewerking meer herstellen aan de foto. De afbeelding die je in RAW hebt geschoten zal na de bewerkingen een betere kwaliteit hebben dan een foto in JPEG. De nadelen zijn dat het RAW formaat veel groter (meestal 4 - 5 x) is dan een JPEG afbeelding. Het kost dus veel geheugen, zowel op de camera als op je computer. Je hebt een speciaal nabewerkingprogramma nodig die kan omgaan met afbeeldingen in RAW-formaat, zoals Adopbe Photoshop of Lightroom.

Gebruik een afstandsbediening en een statief

Je zult minder last hebben van bewegingsonscherpte (en dus een langere sluitertijd kunnen gebruiken) als je een afstandsbediening voor de camera en een statief gebruikt.

Natuurlijk zijn er nog veel meer zaken die van invloed zijn op de belichting, zoals b.v. een lichtgevoelige lens en een (externe) flitser. We hebben hier de basiszaken behandeld. Als je door ervaring handiger wordt in het afstellen van je ISO in combinatie met je diafragma en sluitertijd, kun je ook bij minder goede omstandigheden prima foto’s maken. Dat is best een uitdaging, maar het maakt je een veel betere fotograaf.

Heb jij ook een foto gemaakt in moeilijke omstandigheden, net als Marlou Nijpels, plaats hem dan in onze lezersgallery als inspiratie!
 

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie