Voorkom onscherpe foto’s met een telelens

Voorkom onscherpe foto's met een telelens

Redactie digifoto Starter 7626
Met een telelens kun je mijlenver inzoomen. Maar het komt vaak voor dat foto’s onscherp zijn. Lees waar dat door komt en, belangrijker nog, hoe je dit voorkomt!

Een telelens wordt vaak gebruikt in de sportfotografie of bij het fotograferen van (wilde) dieren. Onscherpe foto’s zijn een doorn in het oog van fotografen.

Probleem

Een onscherpe foto komt in de meeste gevallen door een verkeerde sluitertijd of een verkeerd diafragmagetal. Wanneer je niet de juiste sluitertijd of het correcte diafragma getal kiest, kan het beeld onscherp worden. Je diafragma moet voldoende lens tot de sensor toelaten en de sluitertijd bepaalt hoe lang het licht wordt doorgelaten. Het samenspel van deze twee elementen is essentieel.  Zorg ervoor dat je diafragma niet te ver open staat, om overbelichting te voorkomen.

Sluitertijd

De oplossing om onscherpe foto’s te voorkomen is de juiste sluitertijd. De tijd waaraan jouw sensor blootgesteld is aan het licht is belangrijk. Zorg ervoor dat de minimale sluitertijd gelijk staat aan de brandpuntafstand waarmee je fotografeert.

Cropfactor

Ook het type sensor is belangrijk. Sommige camera’s hebben een full frame sensor, hierbij zie je veel van de omgeving. Wanneer je fotografeert met een cropfactor, lijken de opnamen ingezoomd. Dit komt omdat de sensor niet alles in beeld brengt.

Let erop dat een lens met cropfactor een andere brandpuntafstand gebruikt bij het fotograferen dan het werkelijke getal dat je ziet. Omdat het beeld dichterbij wordt gehaald, dien je ook een andere sluitertijd te kiezen. Fotografeer je bijvoorbeeld met een brandpuntafstand van 100 mm en heb je een vergroting (door de cropfactor) van x1.6, kies dan een sluitertijd die aansluit op een brandputafstand van 160 mm.

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie