7 essentiële tips voor het maken van concertfoto's

Ga dichtbij staan

Voor goede concertfoto’s moet met je neus bovenop de actie staan. Hoe verder je staat, hoe moeilijker het wordt om scherp beeld te krijgen. Als je van een afstand enig zicht op het podium kunt krijgen kun je natuurlijk van veraf inzoomen en ene statief gebruiken. Maar je moet dan wel een heel geschikte plek kunnen vinden, en je kunt dan nog maar vanuit één hoek het podium fotograferen. De beste concertfoto’s maak je dus van dichtbij, liefst met de bewegingsvrijheid om van verschillende kanten te fotograferen. Zorg voor een plek recht voor het podium. 

Wijd of close-up

Wat concertfotografie ook lastig maakt is dat foto’s van een liveoptreden er al snel rommelig uitzien. Er kan veel ongewenst detail je foto in sluipen, zoals apparatuur, podiumknechten die aan de zijkant staan te kijken, of het publiek zelf. Al deze extra details leiden af van de actie die je wilt vastleggen. Je kunt dit verhelpen door close-ups te maken van de artiesten op hun beste, meest dramatische of energieke momenten. Of door juist wijde, lage shots te nemen van het podium, liefst op het moment dat de intensiteit van de muziek toeneemt. Bij de meeste soorten muziek kun je dat moment van te voren zien aankomen. Zulke uitbarstingen van energie zullen automatisch het middelpunt van de foto worden, en extra detail zal minder opvallen.

Concertfotografie betekent veel schieten

Soms is fotografie een kwestie van de tijd nemen, veel kijken en zoeken naar het perfecte shot. Bij concerten is dat onmogelijk. Hoe goed je oog voor goede beelden ook is, bij een beweeglijke situatie als een concert is een goede foto ook een kwestie van geluk. Je kunt na het schieten van een foto op het lcd-schermpje kijken en denken ‘dit is een geweldig shot’ om er bij het nabewerken achter te komen dat hij onscherp is. Maar geluk kun je afdwingen. Hoe meer foto’s je schiet, hoe groter de kans dat er een goede bij zit. Stel je camera dus in op continuous mode en schiet in salvo’s.

Let op het licht

Je ziet vaak concertfoto’s die er dramatisch of intens uitzien dankzij het podiumlicht. Als fotograaf moet je gebruik maken van het licht in de omgeving. Bij een concert is dat licht behoorlijk grillig, maar niet geheel onvoorspelbaar. De lichten en special-effects bij een concert hangen op een vaste plek en bewegen vaak in patronen. Kijk dus goed waar de lichten hangen en op welke manier ze je onderwerp kunnen belichten. 

Sla op als RAW

Hoe goed je ook let op de bewegingen en kleuren van het podiumlicht, je ontkomt bijna nooit aan het nabewerken van je foto’s. Zorg dus dat je foto’s als RAW-bestanden maakt. Die nemen veel meer informatie op dan bijvoorbeeld JPEG’s, en zijn daardoor beter te bewerken.

Wees niet bang voor hoge ISO

Vaak is een hoge ISO niet de beste manier om je belichting te verbeteren, maar bij een concert ontkom je er niet aan. Je sluitertijd moet namelijk zo kort mogelijk zijn. Wat heb je liever: een foto met wat ruis of een onscherpe foto?
Gebruik bovendien de snelste lens die je hebt, liefst van f/2.8 of lager. Op die manier kun je met een snelle sluitertijd schieten zonder de ISO tot onwenselijke hoogten op te krikken. Om de beweging op het podium vast te leggen zonder vervaging is een sluitertijd van 1/250 seconde of sneller noodzakelijk.

Gebruik een monopod-statief

Monopod-statieven zijn ideaal voor concertfotografie omdat ze licht en draagbaar zijn. Bij een concert werk je vaan met weinig licht, en een manier om je camera te stabiliseren is daarom geen slecht idee.