5 fouten in landschapsfotografie

Amy Schutte 821
Landschapsfotografie lijkt eenvoudig. Je zoekt een mooi landschap, waarschijnlijk het lastigste, en maakt er een foto van. Toch kunnen je landschapsfoto’s dan vies tegenvallen.

Bij thuiskomst bekijk je je foto’s en zie je dat de pracht van dat landschap dat je bezocht helemaal niet goed tot zijn recht komt in de foto’s. We geven je vijf veelgemaakte fouten in landschapsfotografie, zodat jij die niet meer hoeft te maken.

Geen schaal in landschapsfotografie

Hoe kan je zien dat iets groot is? Door er een voorwerp bij te laten zien, waarvan we ongeveer de afmeting weten. Een groot groen landschap zegt niet veel, als kijker kun je maar moeilijk zien hoe ver of hoe dichtbij je bent. De kijker weet immers niet of de rivier een grote brede rivier is of een lullig stroompje. Door een huis, kerkje of persoon op te nemen in je foto (of welk ander voorwerp je kunt bedenken) zie je ineens hoe groots het is; het huisje valt volledig in het niet, kun je nagaan hoe hoog die erg is/hoe groot die rivier/ hoe hoog die boom.

Verkeerde tijdstip

Het tijdstip waarop je fotografeert, en daarmee de sterkte, richting en kleur van het licht, kunnen je landschapsfoto maken of breken. Dat betekent dat hier van tevoren over moet nadenken en je shoot moet plannen. De gouden uren staan bekend om hun mooie lichtinval, zachte contrasten en mooie kleurtoon. Zijlicht werkt voor landschapsfotografie over het algemeen erg goed, dus probeer daarvoor te kiezen.

Geen duidelijk onderwerp

Een landschap op zich is niet altijd een goed onderwerp. In een foto is het handig om een duidelijk afgebakend onderwerp te hebben, waar het oog van de kijker naartoe getrokken wordt. Dat doe je middels de compositie. Natuurlijk is het wel nodig om voordat je de foto - en de compositie - maakt, te bepalen wat je eigenlijke onderwerp is. Dat kan een patroon zijn in je landschap, een boom of bomen partij, water of wolken. Of een niet-natuurlijk onderwerp in je landschap, zoals een gebouw of voertuig.

Niets op de voorgrond

Door iets op de voorgrond te plaatsen, help je mede de eerder genoemde schaal te bepalen. Bovendien leidt het de kijker het beeld in, en geeft het diepte aan je foto. Een landschapsfoto kan al snel plat lijken, omdat je vaak gebruik maakt van een grote scherptediepte. Je wil vaak een wijde foto maken, om de grootsheid ervan in beeld te brengen. Juist een voorgrond onderwerp kan daarbij helpen.

Te sterk contrast in landschapsfotografie

Bij landschapsfotografie heb je eigenlijk altijd te maken met de lucht. De lucht, die op een bewolkte dag bijna wit is en dus vaak enorm uitbijt op je foto. Het verschil tussen de lichte delen, de lucht, en de donkere delen, het landschap, is vaak te groot voor het dynamisch bereik van je camera. Op de automatische stand krijg je hier vaak geen mooi resultaat, de camera gaat immers van een gemiddelde uit. Een grijsverloopfilter, waarbij je het donkere gedeelte over de lucht heen legt, is een goede oplossing. Als alternatief kun je je foto’s bracketen en samenvoegen in de bewerking. Je neemt dan verschillende opnamen waarbij alleen de belichting verandert. Uiteindelijk houd je een foto over waarbij zowel de donkere delen als de lichte delen goed belicht zijn en de juiste details bevatten.


 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy