Filmen met je spiegelreflexcamera

Planning

Wanneer jij jouw spiegelreflex gebruikt om te filmen is een planning essentieel. Wanneer je het verhaal van te voren al hebt uitgedacht is de kans groter dat je alle shots die je wilde hebben ook daadwerkelijk hebt genomen. Het extra voordeel is dan dat ook het nabewerken een stuk makkelijker zal worden.

Fotografieregels

Compositieregels gelden ook in film, de regel van derden bijvoorbeeld. Houdt ook je horizon in de gaten, een scheve horizon kan de kijker erg afleiden van het daadwerkelijke onderwerp. Let op dat je bij film over het algemeen geen RAW beelden schiet (wel mogelijk met MagicLantern), er is dus minder ruimte in de nabewerking om de witbalans en belichting te corrigeren.
Als fotograaf is niet alleen het grotere geheel belangrijk, maar ook de details. Videografen nemen ook veel details op om ze op een later moment in de film te monteren. Zodoende voorkom je dat elk shot er hetzelfde uitziet. Detail opnames kan je op praktisch elk moment in de film monteren. Het geluid hoeft namelijk niet altijd te matchen.

Beeldverhoudingen

Je spiegelreflex heeft over het algemeen een sensor met de verhouding 2:3. Videografie gebruikt echter een andere beeldverhouding. Zo kan je de standaard breedbeeld ratio gebruiken 16:9 maar ook de 2.35:1 die in veel blockbusters wordt gebruikt. Wil je meer weten, kijk dan eens naar John Hess van Filmmaker IQ. Hij kan je veel meer over de geschiedenis van filmratios vertellen.

Sluitertijd

In fotografie is het over het algemeen de bedoeling om het beeld scherp te houden, een kortere sluitertijd. Met film is het echter ook belangrijk om het ene frame in het andere te laten overlopen. Een algemene regel is dat je sluitertijd 1/(2*framerate) is. Dit betekend dat wanneer je met 24 beelden per seconde schiet, de sluitertijd ongeveer 1/48 moet zijn. Met een spiegelreflexwordt dat 1/50. Het is uiteraard mogelijk hier iets vanaf te wijken, maar als je sluitertijd te langzaam wordt is er vrijwel niks meer scherp, terwijl je film hakkerig wordt wanneer je een te korte sluitertijd gebruikt.
Een open diafragma en een relatief lange sluitertijd zorgt ervoor dat je film overbelicht wordt. Een ND-filter wordt dus aangeraden om  minder licht binnen te laten komen. Het meest ideaal is een variable ND-filter. Hiermee hoef je geen filters te wisselen bij veranderende lichtomstandigheden.

Beweging

Twee belangrijke camerabewegingen zijn panning en tilting. Wat respectievelijk betekend dat de camera van rechts naar links draait en van onder naar boven (en omgekeerd). De snelheid waarmee je dit doet is uiteraard belangrijk. Té snelle bewegingen zijn niet erg prettig om naar te kijken.
Een andere mogelijkheid om het beeld minder statisch te maken is om gebruik te maken van een slider. Hiermee transporteer je de camera van één punt naar een ander punt. Wanneer je de camera nog meer vrijheid wil geven, kan je kiezen voor een jib. Dit is een kraan waarmee je de camera op een soepele manier elke richting op kunt laten gaan.

Framerate

Net als dat er verschillende beeldverhoudingen zijn, zijn er ook verschillende framerates. Framerate verteld hoeveel beelden per seconde er opgenomen worden. In principe komt het hier op neer; hoe hoger de framerate hoe vloeiender het beeld. Wil je meer informatie? Dan raadt ik opnieuw John Hess aan.

Zoomlens vs. Vaste lens

Hiervoor geldt hetzelfde als in de fotografie. De kwaliteit van een vaste lens is over het algemeen beter. Met een zoomlens kan je echter interessante effecten krijgen, zoals Hitchcock die gebruikte in zijn film Vertigo. Hiermee zoom je in terwijl je van het onderwerp af beweegt of andersom. De beeldhoek veranderd hierbij enorm terwijl je onderwerp min of meer op dezelfde plaats blijft.

Audio

De kwaliteit van het geluid kan je film maken of breken. Zorg er dus voor dat je audiokwaliteit minstens net zo goed is als de visuele kwaliteit. Belangrijk om te weten is dat er verschillende microfoons zijn, die elk zo hun voordelen hebben. Zo zijn er microfoons die gericht geluid opnemen en microfoons die vooral omgevingsgeluid opnemen. Hoe dichterbij de microfoon bij de bron is, hoe beter de kwaliteit. Er zijn verschillende microfoons die je in de hotshoe van je spiegelreflex kan plaatsen, hieronder zie je een shotgunmic van Rode.

Nabewerken

Als fotograaf zijn Lightroom en Photoshop waarschijnlijk de programma’s waarmee je werkt. Voor film is Premiere CC een stuk geschikter, of wanneer je een Mac hebt Final Cut Pro X. In de nabewerking is het essentieel om van alle shots één verhaal te maken. Maak dit verhaal zo aantrekkelijk mogelijk, als een shot niets toedoet aan het verhaal kan je het er beter uitlaten. De details die je apart hebt opgenomen kan je gebruiken om nadruk te leggen op bepaalde aspecten van het verhaal.