Flexibel fotograferen met auto-ISO

Flexibel fotograferen met auto-ISO

Nando Harmsen 9665
We zijn als digitale fotograaf erg verwend. Vroeger moest de fotograaf kiezen welke gevoeligheid zijn film moest zijn. Dat vergde enige voorkennis en inschattingsvermogen. Met de komst van de digitale fotografie hebben we de beschikking over een heel scala aan gevoeligheden. Flexibel instellen tussen ISO100 tot ISO800 was al een vooruitgang ten opzichte van de analoge fotografie.
Flexibel fotograferen met auto-ISO © nando Harmsen

In de jaren die zijn verstreken zijn gevoeligheden van ISO6400 tot ISO52.000 mogelijk geworden, en dat is niet eens de grens. Gevoeligheden die ooit voor onmogelijk gehouden werden liggen binnen de mogelijkheden. De keuze voor het instellen van de belichting is daardoor wel complexer geworden. Hadden we vroeger nog alleen diafragma en sluitertijd – de gevoeligheid stond met de gekozen film  op dat moment vast – nu hebben we er ISO bij gekregen. We kunnen kiezen wat we willen. Gelukkig is er inmiddels ook de mogelijkheid om de ISO automatisch te laten instellen.

De creatieve fotograaf speelt met scherptediepte. Dat bepaalt voor een groot deel de uitstraling van een foto. Scherptediepte wordt ingesteld met het diafragma, iets wat tevens bepalend is voor de hoeveelheid licht die door het objectief komt. Wil de fotograaf een grote scherptediepte, dan zal er automatisch minder licht door het objectief komen. De lensopening wordt dan immers dicht gedraaid. Bij een kleinere scherptediepte zal het tegenovergestelde gebeuren; een grotere lensopening zal meer licht door het objectief laten vallen. Het verdraaien van het diafragma zal gecompenseerd moeten worden met de sluitertijd, wat automatisch gaat als er diafragmavoorkeuze ingesteld staat, of wat handmatig gecorrigeerd kan worden in manual. Het is dan verstandig om de sluitertijd in het oog te houden om te voorkomen dat deze niet zo lang wordt dat de camera niet meer stil gehouden kan worden. Of om te voorkomen dat de snelste sluitertijd niet meer snel genoeg is. Lopen we tegen deze grenzen aan, dan zal de gevoeligheid verzet moeten worden.

ISO instellen

Een belichting instellen met behulp van diafragma en sluitertijd is niet eens het probleem. Maar welke ISO moet je gebruiken? Een hoge ISO bij donkere omstandigheden is logisch, net als een lage ISO bij lichte omstandigheden. Maar hoe schat je dat in. Ervaring daarin zal zeker helpen, en het controleren van de sluitertijd voor je de ontspanknop indrukt blijft daarbij belangrijk. Toch zal het kunnen voorkomen dat je bij een situatie waarin je snel moet werken de ISO niet optimaal ingesteld staat. Een sluitertijd van 1/2000 sec. is geen probleem, ook niet bij ISO1600, maar als 1/125 sec. voldoende snel was geweest had je kunnen fotograferen met ISO100. Vervelender is een foto met ISO100 en een sluitertijd van 1/15 sec. waarbij je onderwerp bewogen is. In dat geval had je liever 1/125 sec. gebruikt, waarvoor je de camera op ISO800 had moeten hebben. Reken maar uit.

Minimale sluitertijd en maximale ISO

De optie auto-ISO bestaat al een tijd. De camera kiest dan een geschikte ISO waarde aan de hand van de sluitertijd en/of het diafragma. Alleen is of was daar vaak geen controle over. Wanneer wordt de ISO verzet, en hoe ver wordt deze verzet? Het is maar afwachten welke sluitertijden dit zou opleveren. Gelukkig hebben veel camera’s nu de mogelijkheid om de manier om de werking van de auto-ISO in te stellen. Daarvoor kies je niet alleen het gewenste ISO bereik, bijvoorbeeld ISO200 tot ISO3200, maar ook een minimale sluitertijd. Dat betekent dat alleen op het moment dat de minimale sluitertijd bereikt wordt de ISO verzet zal worden, en niet eerder. Pas wanneer je maximale ISO waarde bereikt wordt zal de camera onder die ingestelde minimale sluitertijd komen.

Gecontroleerd fotograferen

Door de auto-ISO op deze manier in te kunnen stellen hebben we als fotograaf een volledige beheersing over manier hoe de camera een ISO waarde kiest. Het is niet langer nodig om een half oog op de sluitertijd te houden, om te voorkomen dat je risico op bewegingsonscherpte hebt. Bovendien weet je dat de camera geen hogere ISO zal kiezen dan wat jij als fotograaf acceptabel vindt. Vooral in snel wisselende omstandigheden, als de lichtomstandigheden niet constant zijn, kun je met auto-ISO zonder zorgen fotograferen.

Auto-ISO uitzetten

Auto-ISO is niet altijd geschikt om te gebruiken. Soms wil je graag langere sluitertijden gebruiken. Om bewust bewegingsonscherpte te creëren, of omdat je vanaf statief werkt. In dat geval werkt de auto-ISO averechts. Ook met flits kan een auto-ISO anders reageren dan je zou willen. Vergeet dus niet de auto-ISO in te schakelen als de situatie erom vraagt, en uit te zetten als je er geen profijt van hebt.

afbeelding van Nando Harmsen

Nando Harmsen | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Nando